Wim Veling

  • Wim Veling: Terrorist of ‘boy next door’?

    29-10-2019 1550 keer bekeken 0 reacties
    Bericht Wim Veling: Terrorist of ‘boy next door’? bekijken

    Wim Veling is psychiater en hoogleraar psychiatrie bij het Vroege Interventie Psychose team van Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen. Hij was tot juni 2018 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose.

    Woorden kunnen kromme bananen recht maken. Ik merkte hoe waar dat is toen de ‘authentieke details’ van het huis dat wij wilden kopen makelaarstaal bleken te zijn voor dertig jaar verwaarlozing. En de aangeprezen karaktervolle stijl was in werkelijkheid een voorliefde voor gipsen zuiltjes en neon kleuren die terminale kleurenblindheid van de verkoper deden vermoeden.

    Minder onschuldig is sturend taalgebruik in de media. Bij de discussie over Thijs H. dit voorjaar werd in kranten en tv-programma’s breed uitgemeten hoe deze jongen, wellicht in verwarde toestand, drie mensen om het leven had gebracht. Hoewel er nog geen feiten bekend waren, werd gesproken over wat een gewone, aardige en nette jongen. Het was een ‘boy next door’ uit een keurig gezin. De woordkeus stuurde de beeldvorming. Verschillende mensen wezen er op dat de berichtgeving heel anders was geweest als de jongen Mounir el H. had geheten. Op basis van dezelfde gebrekkige informatie was het in die eerste dagen dan waarschijnlijk gegaan over mogelijke terroristische motieven en fundamentalistische opvattingen. De landelijke coördinator had misschien wel opgeschaald naar een hoger dreigingsniveau, we hadden gespeculeerd over de gebrekkige integratie en de gewelddadige en criminele inslag van dit soort jongens.

    Ik moest denken aan de voorbeelden die Joris Luyendijk geeft in zijn boek Het zijn net mensen. De woorden die journalisten gebruiken bepalen sterk hoe we denken over conflicten in het Midden-Oosten. Als een Palestijn een moord pleegt gaat het over een terroristische aanslag, terwijl een vergelijkbare actie door Israëliërs zelfverdediging van kolonisten heet. Palestijnse politici zijn “terroristen” of op zijn best “gematigd”, hun Israëlische equivalenten worden omschreven als “haviken” of “vredesduiven”. Ik had dat zo opgemerkt en was geschokt hoe ik onbewust werd beïnvloed door woordkeus.

    Neutrale taal bestaat niet. En dus hebben onze woorden gevolgen. Soms is dat zonneklaar door schreeuwerige koeienletters, maar vaker hebben we het zelf niet in de gaten. Denk eens na, met welke woorden praat jij over psychose? “Je hebt een ernstige ziekte” klinkt heel anders dan “je bijzondere ervaringen zijn een gewone menselijke variatie”, of “je bent verward”. “Rekening houden met psychotische kwetsbaarheid” is niet hetzelfde als “grip terug krijgen op je leven”. “Medicatie ontrouw” suggereert verzet tegen de behandeling, “er voor kiezen medicatie niet meer te gebruiken” zou daarentegen best verstandig kunnen zijn.

    Ik zeg niet dat sommige formuleringen per definitie beter zijn. Mensen, situaties en psychosen zijn heel verschillend. Woorden moeten dat dus ook zijn. Kies je woorden met zorg, wees bewust van de impact die ze hebben. Je bent wijs als je beseft dat je taal altijd gekleurd is en dat je dat niet altijd in de gaten hebt.

    Maar als je dat niet weet, heb je geen ziekte-inzicht. Excusez le mot…

  • Wim Veling: Wie wil niet elke dag bellen met het ministerie?

    Joyce Huls 09-07-2019 1504 keer bekeken 0 reacties
    Bericht Wim Veling: Wie wil niet elke dag bellen met het ministerie? bekijken

    Wim Veling is psychiater en hoogleraar psychiatrie bij het Vroege Interventie Psychose team van Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen. Hij was tot juni 2018 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose. 

    Bellen met het ministerie

    De psychiatrische kliniek in Den Dolder, waar Michael P. zat, en waar voortdurend patiënten weglopen, moet nu elke dag bellen met het ministerie. Er zijn teveel dingen misgegaan, het is genoeg geweest. Minister Dekker ziet dat ze hun werk niet aan kunnen, en stelt zijn Knapste Koppen beschikbaar om te helpen. Ik stel me zo voor dat de geneesheer-directeur van de kliniek elke morgen om 9 uur de telefoon pakt. “Goedemorgen, met Den Dolder.” “Hier het ministerie, hoe zijn de afgelopen 24 uur verlopen?” De geneesheer-directeur zucht. “Best pittig, eerlijk gezegd. Eén van onze patiënten is erg agressief, doordat hij psychotisch is en medicatie weigert. Hij is bijna niet te benaderen. Met een andere patiënt gaat het juist goed. Hij is hersteld van zijn psychose, en werkt goed mee in de behandeling. Maar hij begrijpt niet dat hij ziek is geweest, en ziet ook niet in dat hij medicatie nodig heeft. We kunnen hem niet eindeloos opgesloten houden, maar vragen ons af of hij netjes terug komt als hij een uur alleen naar buiten mag. En een derde patiënt blijft maar speed gebruiken, ook al zit hij op een gesloten afdeling. Daardoor is hij steeds prikkelbaar en agressief.” De ambtenaar neemt een slokje van zijn koffie en rolt zijn mouwen op. Just another day at the office. “Duidelijk. Onze instructies zijn als volgt: bij de eerste patiënt zus en zo, bij de tweede dit en dat, en de derde hupsakee.” De geneesheer-directeur valt bijna van zijn stoel. Wat een briljante suggesties, wat een geweldige ideeën! Dat ze daar zelf niet aan gedacht hadden! “Dank u wel, we gaan er mee aan de slag. We zijn heel blij met uw instructies.” De ambtenaar knikt. “De overheid helpt graag. Maar denk er om, morgen om 9 uur meldt u zich weer.” “Natuurlijk!”, roept de geneesheer-directeur dankbaar. “Tot morgen! En een fijne werkdag!” De ambtenaar blijft in functie en zegt koeltjes “Tot ziens.” De geneesheer-directeur heeft tijdens de instructies van de ambtenaar meegeschreven, en haast zich naar de afdelingen. De zegenrijke woorden van het ministerie gaan als een lopend vuurtje rond, hulpverleners gaan aan de slag, en alle patiënten profiteren er van. Na enkele weken zijn er geen incidenten meer, geen geweld, geen drugs. Alle patiënten doen wat hen gezegd wordt, en zijn aan de beterende hand. En ze leefden nog lang en gelukkig. Elke dag bellen met het ministerie, dat zouden we allemaal wel willen!

  • Wim Veling: Iemand

    28-03-2019 1334 keer bekeken 0 reacties
    Bericht Wim Veling: Iemand bekijken

    Wim Veling is psychiater en hoogleraar psychiatrie bij het Vroege Interventie Psychose team van Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen. Hij was tot juni 2018 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose. 

    We hebben mijn moeder naar een verpleeghuis moeten brengen. Ze is steeds verder verdwaald in de wereld. Woorden, knoopjes, gezichten, huizen, kinderen, het zijn voor haar losse dingen geworden, die onverwachts voorbij komen en maar heel soms samen iets willen betekenen. Ik snap wel dat ze daar kribbig van wordt. Alleen mijn vader is een baken in haar wereld, al is hij soms haar vader en soms haar man. Haar ogen zijn leeg. Als ik haar aankijk zie ik niemand.

    Maar nee, zegt mijn vader, kijk eens goed. Zoals ze tien minuten bezig is om met haar sterke vingers kruimeltjes op tafel bij elkaar te vegen. Hoe ze één fijn lijntje op een schilderij aanwijst dat wij niet hadden gezien. Hoe ze giechelt als een jong meisje als het vrolijk is in de kamer. Zoals ze even tegen je aankruipt als je haar knuffelt, en hoe ze stellig weet dat blauw mooi is. Maar ook zoals ze onrustig het huis doorkruist, op zoek naar de kinderen, ze is nodig, hoe boos ze is als je haar probeert te stoppen.

    Ze is er gewoon, ze is zichzelf gebleven. Ook al weet ze het zelf niet meer, en kan ze geen kopjes thee meer voor ons zetten. Al is haar precieze, prachtige schoonschrift verdwenen. Mijn vader snapt niet hoe ze meelevend kunnen zeggen dat hij zijn vrouw kwijt is. Zij is haar wereld en omgeving steeds meer kwijt, ja, en kan veel dingen niet meer. Maar ze is in de gebaartjes, de woorden die lukken, het oog voor detail en de zorg voor het kleine. Je kunt haar voelen, ruiken, aaien.

    Maar je moet goed kijken. Dat lukt vaak niet, als er tranen of herinneringen in de weg zitten. Dan is ze weg. Dan kijk ik haar aan en is er niemand. Vorige week zondag zat ik naast haar in de kerk. Zonder haperen zong ze mee. Vanzelfsprekend. Psalm 100 was het. Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht, tot in het laatste nageslacht. Ik keek opzij en zag toch iemand.

  • Wim Veling: Max wint als het regent

    Joyce Huls 10-10-2018 1923 keer bekeken 0 reacties
    Bericht Wim Veling: Max wint als het regent bekijken

    Wim Veling is psychiater en hoogleraar psychiatrie bij het Vroege Interventie Psychose team van Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen. Hij was tot juni 2018 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose. 

    In het weekend kijk ik altijd met een schuin oog hoe Max Verstappen het doet in de Formule 1. Onze nationale trots. Maar eigenlijk is er niks aan. Formule 1 races zijn extreem saai. De meeste coureurs hebben zo’n zwakke motor in de auto dat ze net zo goed niet kunnen starten. De zes die wel serieus kunnen meedoen finishen meestal in dezelfde volgorde als ze gestart zijn. Tenzij één van hen voor straf achteraan moet beginnen omdat hij te vaak een nieuw onderdeel in de auto heeft gestopt. Dan is het even leuk, want dan kan hij de zwakke broeders allemaal lekker inhalen, tot hij uiteindelijk weer op zijn gewone plaats rijdt. Vreemde sport. Het is ook leuk als er iets mis gaat bij de start. Iedereen wil tegelijk de eerste bocht door, en dat kan niet, dus daar botsen ze dan tegen elkaar aan. De race wordt direct weer stil gelegd, de meest beschadigde auto’s worden weggesleept, en ze beginnen weer opnieuw. Bizarre sport.

    Terwijl Max zijn rondjes reed bedacht ik ineens dat Formule 1 lijkt op Vroege Interventie Psychose. En dat is helemaal niet saai! Het is topsport, met veel risico’s. De start is bij vroege psychose ook van het grootste belang. Als het daar niet goed gaat kom je achterop en is het veel moeilijker om op gang te komen, en in het ergste geval crash je. Ook zijn de motoren in de auto’s bij psychose oneerlijk verdeeld. Sommige mensen hebben zoveel pech dat hun auto te zwaar is en hun motor weinig vermogen lijkt te hebben. Trauma’s meegemaakt, erfelijk belast, geen steun van hun omgeving, kansloos vanaf de start, zou je denken. Maar dan begint de race. Ik sta met mijn team in de pitstop straat, en we proberen met z’n allen de banden zo goed mogelijk te wisselen als er iemand bij ons binnen rijdt. De deelnemers rijden hun eigen race, zoeken de voor hen ideale lijn op het parcours. Sommigen racen in één streep naar de finish, anderen rijden soms maar half op het asfalt, proberen in te halen, raken soms de vangrail, of worden gedubbeld. Verschillende coureurs slaan de pitstop over en rijden op versleten banden. Maar iedereen is op weg. Ik kijk in bewondering en word vaak verrast. Je kunt niemands race van tevoren uittekenen. De rit is vaak heroïsch. En de uitslag is altijd spannend, want het gaat er niet om wie het eerste bij de finish is.

    Soms wint Max de race. Hij bloeit op als de omstandigheden tegen zitten. Als het regent. Als er veel bochten in het circuit zijn. Dan wordt er het uiterste gevraagd van de coureur en moet je het niet hebben van bruut vermogen. En dan is Max een VIP.

  • Wim Veling: Manicomio’s: ruïnes als lessen in idealen

    Joyce Huls 20-06-2018 4586 keer bekeken 1 reacties
    Bericht Wim Veling: Manicomio’s: ruïnes als lessen in idealen bekijken

    Wim Veling werkt als psychiater en onderzoeker bij het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG. Hij is vanaf 2009 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose. Klik hier voor meer informatie over Wim.

    Zoals elk jaar zijn we weer te laat met beslissen. Waar gaan we in de zomervakantie naar toe? We bekijken bestemmingen van Madagascar tot Terschelling. Gaan we vliegen of wordt onze ecologische voetafdruk dan te groot dit jaar? Natuur of cultuur, reizen of vakantie, of gewoon lekker niks doen? Misschien wordt het wel Italië. Ik zou wel een rondreis willen maken langs manicomio. Dat is Italiaans voor gekkenhuis. Verspreid door heel Italië liggen grote leegstaande vervallen gebouwen. Met afbrokkelende gevels, overwoekerde binnenplaatsen, grandeur die is vergaan. Als je door scheef hangende deuren naar binnen loopt kom je in een grote galmende hal. Op de gevlekte marmeren vloer staat in het midden een eenzame rolstoel met lekke banden. Hier en daar liggen omgevallen verroeste stoelen, er staat een bureau met vergeelde papieren. Links kijk je een zaal in. Afgebladderde ijzeren bedden, ramen met tralies, het ruikt naar schimmel en vleermuizenpoep. Om de hoek is een smalle berging, vol met omkrullende ordners en stapels papieren die met een touwtje aan elkaar gebonden zijn. Het is macaber, prachtig en verdrietig tegelijk.

    Het fotoboek dat Christoph Burger maakte van leegstaande manicomio is een indringend monument van een zwart hoofdstuk in de geschiedenis van de psychiatrie in Italië, http://www.christophburger.com/manicomio.html. De psychiater Franco Basaglio bracht een land in beweging. Eind jaren ’70 werd besloten dat alle psychiatrische ziekenhuizen dicht moesten. Er heersten wantoestanden. Mensen met psychiatrische aandoeningen hadden geen rechten, ze werden weggestopt en geestelijk en fysiek mishandeld. Ze moesten terug de maatschappij in, menselijke zorg krijgen. Het plan werd helaas maar half uitgevoerd, zoals wel vaker in Italië. De ziekenhuizen gingen dicht, maar ambulante voorzieningen werden niet opgetuigd. De meest kwetsbare patiënten kwamen op straat terecht of in gevangenissen. Hun lot was hard en triest. En tot op de dag van vandaag krijgen veel mensen met psychose niet de zorg die ze nodig hebben.

    Wonderlijk genoeg staan de manicomio’s er nog, ongebruikt, in staat van verval. De ruïnes zijn lessen in idealen. Als het goede absoluut wordt vallen er slachtoffers. Bevrijding van rechteloze mensen uit onmenselijke instituten is een heldendaad, maar kwetsbare patiënten autonomie en zelfredzaamheid opleggen is verwaarlozing. Ik moet denken aan de oude moeder van Jacob, een man die al vele jaren op het terrein van een ggz-instelling woont. Altijd psychotisch, van slag als zijn shag op is, blij met zijn dagelijkse wandeling naar het parkje met de geiten. Zijn moeder houdt haar hart vast bij elke golf van vernieuwing die door de ggz gaat. Bedden afbouwen, schizofrenie bestaat niet, persoonlijk herstel, participatie, e-health, de wijk in. Dat zijn vast goede dingen, maar ze hoopt dat het allemaal aan haar zoon voorbij gaat. Hij heeft verzorging nodig, stabiliteit, bescherming. Dat is misschien duur en niet modern, maar voor Jacob wel noodzakelijk.

    Er wordt op dit moment onderhandeld over een nieuw Hoofdlijnenakkoord voor de ggz. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie maakt zich zorgen over de meest kwetsbare patiënten, die in het concept akkoord worden gemist. Terecht. Zullen we er voor waken dat we in de ggz niet de langdurige en intensieve zorg afbreken voor hen die dat echt nodig hebben? Anders wordt het hier een manicomio.

  • Wim Veling: Virtual Reality therapie voor psychose werkt!

    19-03-2018 2156 keer bekeken 0 reacties
    Bericht Wim Veling: Virtual Reality therapie voor psychose werkt! bekijken

    Wim Veling is adjunct hoogleraar aan het UMCG met als leeropdracht ‘Psychose in de sociale context’ en werkt tevens als psychiater bij het Universitair Centrum Psychiatrie in Groningen. Hij is vanaf 2009 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose. Klik hier voor meer informatie over Wim.

    Edwin zet de Virtual Reality bril op, zucht eens diep en loopt de virtuele supermarkt binnen. Hij gaat langs de schappen, zoekt expres de paden waar ook andere klanten lopen, en gaat in de rij voor de kassa staan. Een druppeltje zweet loopt van zijn voorhoofd, zijn handen klemmen zich om de joystick. Na een paar minuten mag hij de winkel uit. Psycholoog Roos helpt Edwin de bril afzetten en geeft hem een tissue. Daarna bespreken ze hoe de oefening ging. Edwin heeft het volgehouden, en dingen gedaan die hij normaal niet snel voor elkaar krijgt.

    In het dagelijks leven durft Edwin niet goed naar een winkel, omdat hij daar heel gespannen van wordt. Hij gaat zweten en trillen, krijgt achterdochtige ideeën over kassières en andere klanten, en moet vaak de winkel uit voordat hij zijn boodschappen heeft kunnen doen. Zo achterdochtig en angstig wordt hij ook in bussen en treinen. Eigenlijk overal waar veel mensen zijn. Met medicatie en cognitieve gedragstherapie zijn de klachten wel wat minder geworden, maar het blijft een groot probleem dat Edwins dagelijks leven behoorlijk in de war schopt.

    Nu is er een nieuwe behandeling: Virtual Reality therapie. Na zestien sessies blijkt Edwin enorm vooruit te zijn gegaan. Hij kan niet alleen in virtuele omgevingen beter functioneren, ook in zijn dagelijks leven kosten sociale contacten hem minder moeite. Hij hoeft minder boodschappen online te bestellen, spreekt vaker mensen en voelt zich daarbij meer op zijn gemak. Edwin kon bovendien een grote wens in vervulling laten gaan: het voorlezen van één van zijn gedichten tijdens een culturele voorstelling. Op het podium in een volle schouwburg. Bijna te mooi om waar te zijn.

    Begin februari werden in The Lancet Psychiatry de resultaten gepubliceerd van een Nederlands onderzoek naar Virtual Reality cognitieve gedragstherapie (VR) voor paranoïde wanen en sociale angst. Honderdzestien patiënten en vele psychologen van zeven GGz-instellingen deden mee. De helft van de patiënten kreeg VR therapie, de andere helft standaard behandeling. Het belangrijkste doel van de behandeling was dat patiënten beter mee konden doen in het dagelijks leven. En dat lukte! Vergeleken met de groep die standaard behandeling had gekregen, was de VR groep veel minder achterdochtig en minder angstig in sociale situaties. Ze hadden meer zelfvertrouwen gekregen en functioneerden beter. Er waren veel verhalen zoals die van Edwin.

    Goed nieuws dus! We hebben er een nieuwe behandeling bij. Met VR durven patiënten sneller te gaan oefenen, ze kunnen precies bepalen wat ze willen oefenen, en kunnen net zo lang oefenen tot ze het kunnen. In de spreekkamer, met een psycholoog er naast die live feedback kan geven. Iedere GGz-instelling kan er nu mee aan de slag. Zorgverzekeraars gaan de behandeling vergoeden, en een training voor behandelaars komt in het voorjaar beschikbaar. Zet de VR-bril maar op!

    Het verhaal van Edwin is gefilmd door Verloren Jaren Media. Klik hier om het te zien.  Beeld: CleVR BV.

    Voor meer info en aanmelden training: https://vrmentalhealth.nl/

  • Wim Veling: Wat is nog een waan in deze tijd?

    22-11-2017 1721 keer bekeken 0 reacties
    Bericht Wim Veling: Wat is nog een waan in deze tijd? bekijken

    Wim Veling werkt als psychiater en onderzoeker bij het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG. Hij is vanaf 2009 voorzitter van Netwerk Vroege Psychose. Klik hier voor meer informatie over Wim.

    Wat is een waan? Ik probeerde het vanmiddag nog uit te leggen aan HAVO 5 leerlingen die een profielwerkstuk over psychose maken. En liep vast. Een waan is een vrijwel onwrikbare overtuiging die niet klopt met de werkelijkheid. Bijvoorbeeld als je er van overtuigd bent dat de Russen jouw computer hacken en er voor zorgen dat een destructieve idioot tot president van Amerika wordt gekozen. O nee, dat is waar. Tenminste, dat ligt er aan wiens nieuws je gelooft...

    Beter voorbeeld. Een waan is als je overal boze witte mannen ziet die het land vrij willen maken van vreemde smetten zoals jij. Of als je op straat alert bent op iedere Arabisch uitziende jongeman met baard, omdat ze niet te vertrouwen zijn en je zullen aanvallen als ze de kans krijgen. Hm, kan zijn dat je gewoon in je social media bubbel zit waardoor je alleen maar berichten tegenkomt die bij jouw wereldbeeld passen.

    Dan maar een bizar voorbeeld. Een waan is als je aan de TU Delft wilt promoveren met een vergiet op je hoofd omdat je priester bent in de kerk van het vliegende spaghettimonster. O nee, dat is een grap van een slimme promovendus. Alhoewel, de 38-jarige geohydroloog heeft een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens omdat de universiteit hem dit wil verbieden.

    Volgens de gangbare definities, zoals te vinden in de DSM-V en in Nederland in het standaardwerk van Hengeveld, is een waan een diepe persoonlijke overtuiging die niet strookt met de werkelijkheid, die wordt volgehouden ondanks overtuigende bewijzen voor het tegendeel, en die niet wordt gedeeld door de (sub)cultuur waartoe iemand behoort. Ik denk dat we een nieuwe definitie van een waan nodig hebben. In de wereld van Donald Trump, social media bubbel, nepnieuws, populisme, extremisme, verloren absolute waarheden en een oneindig aantal online bereikbare subculturen zijn alle onderdelen van de definitie onhoudbaar geworden. Wat is de werkelijkheid? Wat is waar? Wat zijn overtuigende bewijzen? Welke overtuigingen worden niet door een subcultuur gedeeld?

    Wanen zijn een belangrijk kernsymptoom van psychose. Het is dus een probleem als de definitie daarvan niet meer klopt. Wat is tegenwoordig nog een waan? Heeft u een betere definitie? Ik denk het wel, want ik merk in de praktijk helemaal niet dat hulpverleners problemen hebben met het vaststellen van wanen. Psychiaters, psychologen en verpleegkundigen in de psychosezorg doen dat elke dag. Hoe doet u dat? Waarom twijfelt u niet? U hanteert blijkbaar een andere definitie dan de officiële.

    Wat is een waan in deze tijd? Laat het weten!

  • Wim Veling: Psychose is gelukkig een ziekte!

    07-09-2017 1749 keer bekeken 2 reacties

    Een tijdje geleden was ik bij een bijeenkomst over persoonlijk herstel. In een volle zaal met ruim honderd mensen werden ervaringen met de ggz gedeeld. Het bleek dat psychiaters het ergst waren. Die denken alleen maar aan pillen, hoe meer hoe liever. Ze zijn alleen geïnteresseerd in symptomen. Ik durfde pas aan het eind uit de kast te komen. Mijn buurvrouw troostte me met de opmerking dat ik voor een psychiater wel leek mee te vallen. Korte tijd daarna besprak ik met een groepje hulpverleners een tekst over psychosebehandeling. Verschillende mensen zeiden dat ze de tekst op zich wel waardeerden, maar dat ze het “dokterig” vonden. Dat was geen compliment.

    Denken over psychose als een medisch probleem is uit de mode aan het raken. Jim van Os schreef onlangs in een opiniestuk in het NRC dat het medisch model één van de problemen is in de huidige ggz. Door psychiatrische problemen te zien als een ziekte krijg je behandelingen die technisch-medisch zijn, gericht op bestrijden van symptomen en op genezing. Je zou denken: wie kan daar tegen zijn? In een radio programma werd een buurman van een jong meisje met ernstige depressies en anorexia geïnterviewd. Zij was overleden. Hij had twee jaar lang dagelijks een wandeling met het meisje gemaakt, gevraagd hoe het met haar ging en met haar proberen mee te leven. Dat werd tegenover de ggz behandeling geplaatst. Hadden ze dat maar gedaan, dat had de kern van de behandeling moeten zijn. Dan was er ruimte gekomen voor persoonlijk herstel, een zinvol leven zonder dat alle problemen opgelost zijn.

    Hier wordt een karikatuur gemaakt, en een valse tegenstelling. Alsof een medisch-psychiatrische behandeling empathie en medemenselijkheid uitsluit. Alsof verlichten van lijden niet een kern van medische behandeling is. Maar het suggereert ook dat het schadelijk is om psychose als medisch probleem te zien. Een gesprek met de buurman is beter. En die boodschap moeten we niet willen.

    Medicatie helpt toch echt bij psychose. Psychiatrische behandelingen hebben een beter resultaat als ze technisch goed worden uitgevoerd. Alle gespecialiseerde behandelcentra geven aan dat veel patiënten die naar hen verwezen worden nooit echt goed volgens gewone richtlijnen zijn behandeld. Door behandelprotocollen strak uit te voeren komen veel mensen vervolgens alsnog van hun psychose of depressie af.

    En vergeet niet: mensen met psychose zijn er veel beter aan toe sinds psychiatrische problemen als ziekte worden beschouwd. Vroeger dachten we dat de duivel er achter zat, boze geesten, vervloeking. Of was het je eigen schuld, of van je moeder. Of was de maatschappij ziek. Spirituele of morele verklaringen hebben altijd geleid tot uitsluiting, opsluiting of erger. Doe mij dan maar het medisch model.

  • Wim Veling: Hamlett vraagt zich af: "To continue or not…"

    24-05-2017 3108 keer bekeken 1 reacties

    Vorige week, zomaar een ochtend op de Psychosen poli…

    Om tien uur spreek ik Roy. Elke keer als ik hem zie, vraagt hij wanneer hij mag stoppen met zijn medicijnen. De drugs maffia achtervolgt hem niet meer, de signalen op straat zijn gestopt, de doodsangst is weg. Hij weet zeker dat het nooit meer zal gebeuren, en hij weet ook zeker dat hij zich rot voelt met zijn pillen. De wereld is grijs, hij is vlak, niet zo spontaan als vroeger. Er komt weinig uit zijn handen en hij is 21 kg aangekomen. Christa meldt zich om half elf. Zij was helemaal hersteld van een heftige psychose twee jaar geleden, en heeft afgelopen maanden haar medicatie voorzichtig afgebouwd. Ze praat me bij over haar werk op een advocatenkantoor. Ze voelt zich wat onzeker zonder de bescherming van antipsychotica, zeker nu ze stress heeft door deadlines op het werk. En ze baalt er van dat haar baas meeluistert met haar telefoongesprekken en dat collega’s over haar kletsen. Om half twaalf zou David komen, maar dat blijkt voor hem te vroeg. Hij is er niet, en neemt zijn telefoon ook niet op. Hij slaapt waarschijnlijk nog. David kan moeilijk uit bed komen sinds de dosering van zijn medicatie verhoogd is. Maar hij kan wel weer een paar middagen naar zijn werk omdat zijn stemmen hem minder lastig vallen.

    Het begon in 1949 met de zoektocht naar een sederend medicijn voor postoperatieve shock bij militairen met oorlogswonden. Patiënten werden rustiger, kalmer, onverschilliger als ze chloorpromazine kregen. Daarna bleek dat het medicijn wanen en hallucinaties verminderde. Voor het eerst werd het mogelijk psychose met medicijnen te bestrijden. Een zegetocht van het medicijn over de wereld begon, en vele andere antipsychotica volgden. Psychose werd nu echt medisch, psychische gezondheid uit een potje, het was een wonder! Psychotische symptomen verdwenen, patiënten kwamen weer in de realiteit. En dat gebeurt vandaag nog steeds, niet zelden levensreddend. Ik blijf dat bijzonder vinden.

    Maar wat werd en wordt er ook veel schade aangericht door medicatie. Er zijn doden gevallen door hartritmestoornissen en agranulocytose (vermindering witte bloedcellen), levens van mensen met psychose nog verder verwoest door invaliderende bewegingsstoornissen, totale afvlakking of extreme obesitas. Door geldbeluste farmaceutische bedrijven die gevaarlijke bijwerkingen soms maar liever niet rapporteerden. Door psychiaters die niet precies wisten wat ze deden, sedatie en apathie verwarden met herstel, veel te hoog doseerden, middelen onterecht combineerden of niet luisterden naar de klachten van patiënten. Volgens de Deense hoogleraar Peter Gotzsche is de psychiatrie dodelijk. Een malafide samenwerking van farmaceutische industrie en psychiaters om geld te verdienen aan kwetsbare mensen, met onwerkzame maar levensgevaarlijke medicijnen. Ik vind dat een verwerpelijke en schadelijke complottheorie. Veel te kort door de bocht, daarvoor zijn er teveel aangrijpende positieve verhalen van patiënten, familieleden en hulpverleners. Er is geen twijfel dat antipsychotica helpen tegen psychotische symptomen. Maar het is wel een oproep om kritisch naar onze praktijk te kijken. De les moet zijn: terughoudend met antipsychotica, en als het echt moet in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk. Maar wat is kort? Wanneer kan je veilig en verantwoord stoppen na herstel van je psychose? Functioneer je op lange termijn slechter als je lang antipsychotica blijft gebruiken, zoals een recent Nederlands onderzoek van Lex Wunderink suggereerde? Worden je hersenen supergevoelig voor dopamine, en hoe erg is dat? Vijfenzestig jaar na de ontdekking van antipsychotica is een aantal belangrijke vragen nog steeds niet beantwoord.

    Komende jaren gaan we in Nederland met elkaar op zoek naar antwoorden. Meer dan twintig GGz instellingen doen mee met de HAMLETT studie. To continue or not to continue, that is the question. Vijfhonderd patiënten met eerste psychose zullen een aantal jaren worden gevolgd. Na loting bouwt de helft antipsychotica drie tot zes maanden na herstel van psychose geleidelijk af, de andere helft gaat minimaal een jaar door. De belangrijkste vraag is of mensen die sneller afbouwen op langere termijn beter functioneren. We zullen zien, en veel leren over goed gebruik van antipsychotica.

    Voor Roy, Christa, David en al die andere mensen met psychosegevoeligheid, die willen leven to the max met pillen to the min!

  • Wim Veling: VIP in de polder

    25-10-2016 1360 keer bekeken 0 reacties

    Het is een vroege ochtend in Milaan. Ik ben bij de opening van het International Early Psychosis Association congres en luister met honderden andere VIP onderzoekers en behandelaars naar Patrick McGorry. Hij is de afgelopen 20 jaar steeds een pionier en visionair geweest in de zorg voor mensen met vroege psychose. Gespecialiseerde interventie voor vroege psychose heeft meer gebracht dan verwacht: eerdere en betere zorg, meer optimisme in behandeling, op weg naar preventie van psychose. Maar hoe nu verder? De boodschap van McGorry is duidelijk. Om echt een verschil te kunnen maken moeten we niet in het hokje van psychose blijven denken. Dat is te klein. Het gaat er om jonge mensen te ondersteunen die dreigen vast te lopen in hun ontwikkeling. De meeste jonge mensen met psychotische ervaringen zullen nooit een psychose krijgen. Terwijl veel van hen wel andere moeilijkheden hebben en niet zo goed functioneren. Dus: niet alleen psychose is belangrijk, maar vooral ook stemming, angst, relaties, school, identiteit, zelfvertrouwen, seksuele gezondheid, hoop, persoonlijkheidsontwikkeling, werk, pesten, drugs en alcohol. Kortom: alle vragen die jonge mensen met psychische problemen kunnen hebben, en waar met hulp een toekomst gewonnen kan worden. De zorg kan volgens McGorry alleen duurzaam en succesvol zijn door de focus te leggen bij jonge mensen in plaats van psychose en ‘mental wealth’ in plaats van ‘mental health’. 

    Waar gaan we in Nederland heen met VIP? Ik zie goede VIP zorg in Nederland, maar ook tegenstrijdige ontwikkelingen en verschillende visies. Op een aantal plaatsen is VIP zorg weer ondergebracht bij FACT teams voor mensen met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen, het domein van langdurige klachten en beperkingen. Ook klinkt het geluid van een positieve ggz met een sterke nadruk op persoonlijk herstel en regie, experimenteren teams met McGorry-achtige VIP zorg en wordt screening op psychotische ervaringen steeds meer ingebed in de ggz. Sommige behandelaars maken zich zorgen over verlies van gespecialiseerde kennis, versnippering van zorg en onderbehandeling.

    Hoe zorgen we in de Nederlandse polder voor de sterke en eensgezinde VIP zorg met politiek en financieel draagvlak? Op 3 november vieren we in Amsterdam met Netwerk Vroege Psychose 10 jaar VIP. Daar zullen we met elkaar discussiëren over deze vraag. Zorg dat je er bij bent, we hebben je nodig!

Cookie-instellingen