Gastbloggers

  • De periode na een (lange) opname

    30-10-2023 484 keer bekeken 0 reacties

    Een opname in de ggz is niet niks. Het kan ontwrichtend zijn en een intense ervaring. Even kom je in een andere wereld terecht met andere regels en mensen. Naar huis gaan en de draad weer oppakken lijkt zo vanzelfsprekend. Maar wat als alles ineens zo anders is door nieuwe ervaringen of medicatie?

    Je kan in een diep gat vallen. Niet alleen moet je de ervaring verwerken, maar vaak zijn er ook allerlei andere problemen die opgelost dienen te worden. Hoe zit het met de relaties, de financiën, de administratie? Hoe is het contact met de behandelaren, je familie, vrienden en andere naasten? Ook moet je verwerken dat is sommige gevallen de controle weg is gevallen die je had over jezelf. Misschien heb je wel dingen gezegd en gedaan waar je nu spijt van hebt en waar je toen geen controle over had. Ook krijg je te maken met zelfzorg. Dat was toch altijd zo vanzelfsprekend? Maar daar ligt echt de key bij een goed herstel. Jezelf op nummer 1 zetten en goed voor jezelf zorgen. Dat betekent dus voldoende slapen, gezond eten, voldoende beweging zoals wandelen en sporten, maar ook dierbaren zien en bellen. Verder gaat zingeving spelen. Is er iets wat het leven zin geeft en wat ook helpt bij de dagbesteding? Werk, een studie of vrijwilligerswerk. De overgang van een opname naar een thuissituatie kan heftig zijn. Voor mij hielpen de volgende dingen:

    1. Ga naar de herstelgroep.
    2. Heb regelmatig contact met je behandelaren en wees zo open en duidelijk mogelijk over wat je voelt en ervaart.
    3. Slaap voldoende.
    4. Eet gezond.
    5. Beweeg voldoende. Ik ben gaan wandelen en hardlopen.
    6. Maak dingen waar je mee zit bespreekbaar. Zo had ik last van suïcidale gedachten en heb dat besproken met mijn behandelaar.
    7. Voer een hobby uit. Ik ging lezen (vooral C-boeken) en ging tekenen.
    8. Spreek af met dierbaren.
    9. Doe af en toe iets leuks. Ik ging naar de sauna met mijn vriend of een weekendje weg met mijn ouders.
    0. Herstel de schade die mogelijk is ontstaan in de crisis. In mijn geval waren dat relaties, administratie en financiën.
    11. Ga op zoek naar zingeving bijvoorbeeld dagbesteding of vrijwilligerswerk.
    12. Hou hoop. Mogelijk zit je in een fase van rouw. Er is licht aan het einde van de tunnel.
    13. Plan sociale activiteiten, maar hou ook veel ruimte in je agenda voor rust. Je bent aan het herstellen en het verwerken van ervaringen heeft tijd nodig.
    14. Neem ook de tijd voor dingen. Herstel heeft tijd nodig en dit is dus ook een oefening in geduld. De factor tijd kan niet vaak genoeg genoemd worden.
    15. Kijk of je deze ervaringen kan omzetten in iets positiefs bijvoorbeeld een boek, schilderij of muziekstuk.

    Ik ben zelf twee maanden opgenomen geweest en ben nu 10 weken thuis en zie progressie, maar ook dat gaat met golfbewegingen. Het accepteren dat ik in een fase van rouw zit heeft mij geholpen de periode door te komen. De scherpste randjes zijn er nu bijna af en ik ervaar al momenten van geluk, maar dat is niet altijd zo geweest. Afgelopen weken heb ik ervaren als de meest pittige periode in mijn leven. Nu pas ik het monitoren van mijn stemming toe en probeer daaropin te spelen door de juist activiteit te doen bij de juiste stemming. Zo ga ik bij somberheid een rondje wandelen en zoek ik bij eenzaamheid contact met een dierbare. Het is een nieuwe levenskunst die ik ontwikkel.

    Als laatste: Koester je dierbaren Er zijn mensen in mijn buurt gebleven toen ik echt heel diep zat. Ik ben deze mensen niet vergeten en koester hen nu. In het geval van psychose en manie kun je in zulke bizarre situaties komen dan je daar ook van moet herstellen. In mijn geval is het een besef dat ik in een diepe psychose ben gekomen en daarvoor ook langere tijd gefunctioneerd heb met een deken van psychose over me heen. Dit is een harde reality check. Ik sta nu stil bij dingen die ik in die fase deed waar ik nu niet meer achter sta. Dat doet best wel pijn. Mogelijk heeft de verandering van medicatie dit bij mij teweeggebracht. Daarom denk ik ook dat er extra aandacht moet zijn voor mensen die van medicatie wisselen. Het heeft enorm veel invloed op hoe je bewust zijn is en hoe je de realiteit beleeft. Dit kan een verschil van dag en nacht zijn. Ik heb alle processen gemonitord en gedocumenteerd met kunst. Dit was voor mij een manier om om te gaan met alle schommelingen en grenservaringen. Ik ben van plan om dit proces te laten verschijnen in een kunstboek en in een expositie.

    Deze tekst en beelden zijn gemaakt door Myrrhe van Spronsen. Myrrhe van Spronsen studeerde in 2001 geneeskunde in Rotterdam. Daarnaast volgde zij twee research masters in Molecular Medicine en in Neuroscience. Vervolgens deed zij een promotieonderzoek in de neurobiologie en postdoconderzoek op Yale en UCL bij Nobel Laureate James Rothman. Haar proefschrift werd onderscheiden met de Neurofederatie Thesis Award. Al vanaf het begin van haar studies was Myrrhe geïnteresseerd in de psychiatrie en neurologie en startte de opleiding tot psychiater. Myrrhe studeerde vervolgens aan de Rietveld Academie. Ze schreef een boek over cocreatie in de ggz samen met Jim van Os, “We zijn God niet”.  Momenteel verdeelt ze haar tijd tussen schrijven en beeldende kunst.

  • Lara Craenmehr: Een psychose of een spiritueel overweldigende ervaring?

    Eric van den Bosch 03-10-2022 404 keer bekeken 0 reacties

    Vijftien jaar was ik toen ik op een avond met vrienden XTC zou proberen in combinatie met het roken van wiet. Deze combinatie zou hallucinaties opwekken, dat leek ons wel gaaf. Ik weet niet of ik het zelf eigenlijk ook wel zo gaaf vond, want al vanaf het begin was ik me ervan bewust dat ik misschien weer zulke rare dingen zou meemaken zoals soms gebeurde met glaasje draaien. Inmiddels was voor mij wel duidelijk dat er meer is tussen hemel en aarde.

    Deze ervaring werd er inderdaad een die een diepe indruk zou achterlaten. Het werd een zeer beangstigende ervaring en er was ook niemand die mij op dat moment kon kalmeren. We waren nog jong en onbezonnen, wisten wij veel. 

    Gedurende de trip kwamen er enge, donkere, zwarte, demonachtige wezens die ik met klauwen over mijn huid voelde kruipen. Ik dacht ‘als ik ga slapen, ga ik dood’. Op een gegeven moment voelde ik zelfs een druk rond mijn nek alsof ik gewurgd werd. Een vriendin die er ook bij was zei nog tegen mij ‘Ik zie ze ook’. 

    Zonder dat ik had geslapen brak de volgende dag aan, maar het zou nooit meer hetzelfde zijn. De angsten die ik tijdens de trip had gehad bleven ook nadat de middelen waren uitgewerkt. Ik was in de greep van angst en ik durfde letterlijk NIETS meer alleen te doen. Er had zich een overtuiging in mij genesteld dat deze wezens mij dood wilde maken. Slapen is bijvoorbeeld de vier jaar daarna nauwelijks gelukt waardoor een depressie volgde. Maar simpele dingen zoals naar de wc gaan, douchen, koken, fietsen, waren een uitdaging geworden door de angst.

    Samen met mijn moeder gingen we hulp zoeken in de alternatieve gezondheidszorg. Zoals een magnetiseur en diverse paranormaal therapeuten. Dit heeft veel betekend voor mij om een wereldbeeld te ontwikkelen waarin ik met mijn ervaringen beter paste. Dat het bijvoorbeeld mogelijk is dat overledenen contact maken, dat mijn ervaringen verklaarbaar zijn. Later ging ik yoga doen wat hielp om liefdevol te verbinden met mijn lichaam, dit heeft me veel ontspanning en vertrouwen gegeven om mijn eigen unieke pad te blijven bewandelen. En onlangs heb ik een studie clownerie (vorm van dramatherapie) afgerond die mij blijvend van mijn depressie heeft verlost!

    Ergens in mij geloof ik nog steeds dat wat er gebeurd is echt was. Dat deze wezens werkelijk bestaan en onze levenskracht leegzuigen. Ik heb er nooit eerder over gesproken uit angst om gediagnosticeerd te worden als psychotisch, zeker met mijn psychosegevoeligheid! Maar met mijn kennis van nu durf ik er wel over te spreken. Ik heb technieken geleerd om je energiesysteem schoon te houden waardoor je energie of levenskracht niet weg lekt.

  • Guy Van der Borght: Stem van een ervaringsdeskundige

    Eric van den Bosch 24-06-2022 568 keer bekeken 0 reacties

    Ik ben Guy Van der Borght. 52 jaar, vader van drie kinderen en ik heb een psychosegevoeligheid. Twee periodes in mijn leven zijn ingevuld door opnames door en het verzorgen van psychoses.

    Tussen mijn 17e en 23e heb ik vijf psychoses gehad en ben ik vijf keer opgenomen. Door die psychoses heb ik gekozen voor een sociaal beroep in plaats van de technische opleiding waar ik mee bezig was. Na die laatste psychose ben ik 23 jaar vrij van psychoses geweest, nam ik geen medicatie en had ik geen gesprekken met psychologen of psychiaters.    

    Tussen mijn 45e en 49e heb ik zes psychoses gehad en ben ik zes keer opgenomen. We waren thuis bezig met verbouwen en achteraf gezien heb ik zeker twee keer een signaal genegeerd omdat het zo lang geleden was dat ik een psychose had gehad. De eerste psychose is dus een ongelooflijk hoge (manie) psychose geweest.

    Tijdens mijn laatste psychose ben ik begonnen met het schrijven van teksten:

    PSYCHOSE

    Soms kom je onverwachts.

    Soms voel je al dagen, weken dat je spanning aan het opbouwen bent.

    Als je er bent, ben je aanwezig en bepaal je mijn doel en laten.

    Je zorgt ervoor dat ik leef op een wolk van rozengeur.

    Tegelijk ben ik mijn vader- en partnerrol aan het verliezen.

    Ik begin me superieur te voelen en interesses vervagen.

    De opname wenkt om de hoek.

    Waarom ben ik met mijn gevoelens aan de slag gegaan? De gevoelens die speelden in de aanloop naar de zes psychoses waren bijna identiek: er hoefde maar een klein beetje druk te komen, of ik moest twee dagen gaan werken, en de psychose begon opnieuw. Dus nu probeer ik ervoor te zorgen dat er in mijn potjes van gevoelens ruimte is. Je kunt ze niet volledig leegmaken, maar je kunt er wel voor zorgen dat er wat ruimte is om een tegenslag te kunnen verwerken.

    Dit is een stuk van mijn verhaal, de rest wil ik later vertellen. Ik heb tot nu toe dertig keer mijn verhaal verteld voor groepen  Ik gebruik weinig tot geen moeilijke woorden, maar probeer visueel te werken.  Waarover kan ik praten?

    • Getuigenissen voor scholen
    • Advies bij startende projecten
    • Steun bij scheiding van mannen met een psychosegevoeligheid
    • Werk of taken voor mensen die twee tot drie uur per dag kunnen werken.

    Daarnaast heb ik een gebouw getekend voor OPZ Geel (Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum) en daarmee ben ik naar mijn architect gegaan. OPZ Geel gaat nu kijken of ze dit gebouw willen gaan neerzetten. Ze willen het dan gebruiken om de doorstroom naar huis vlotter te laten verlopen. Als van Inclusio (een beurgenoteerde holding voor sociale projecten) dit gebouw er mag komen, dan krijg ik een mooie premie om mijn project te starten.

    Aan jongeren met psychosegevoeligheid wil ik diit meegeven: ik was ooit opgenomen in het OPZ Geel, maar ook ik zit weer vol plannen. Ik probeer er nu voor te zorgen, door mijn tekening van het gebouw, dat er daar problemen opgelost kunnen worden. Je kunt dus na een psychose, juist door ervaringsdeskundigheid, inzichten en goed kijken wat er mogelijk is, heel goed zelf weer iets opstarten.

    Ik probeer met mijn verhaal hoop te brengen. Het is geen gemakkelijke weg, maar het loont de moeite om de weg af te leggen.

  • Yvonne de Jong: Sommige wanen zijn echter dan je denkt

    23-05-2020 2437 keer bekeken 0 reacties

    Yvonne de Jong werkt als klinisch psycholoog vanuit Youz in het VIP-team Zuid Rotterdam. Zij doet promotieonderzoek naar psychotische ervaringen bij kinderen van 12-17 jaar. Naar aanleiding van de Psychose Awareness Day van 24 mei schreef ze dit blog.

    Het is 12 maart 2020. Ik zit op de bank driftig door allerlei nieuwsberichten te scrollen. Ik heb het gevoel dat er iets groots zit aan te komen, maar ik kan mijn vinger er nog niet op leggen. Ik ben er speciaal eerder voor naar huis gegaan. Dat er maar weinig mensen op dansles waren vandaag, moet toch iets betekenen? Ik zie een filmpje van een geëmotioneerde mevrouw uit Italië, we moeten het niet te licht opvatten, drukt ze ons op het hart. Zou het echt zo erg zijn, is wat ik hier waarneem wel kloppend? Ik zoek de blik van mijn nuchtere vriend, heeft hij deze berichten ook gezien? Het zal allemaal wel meevallen, er zijn genoeg berichten dat het slechts om een griepje gaat. Ik kan mij er niet van los maken en klik het ene na het andere berichtje aan. Mijn vriend neemt mijn acties waar: “Als jij al die filmpjes wilt kijken moet je het zelf maar weten, ik ga even wat anders doen”.

    Nu ben ik normaliter ook degene die voor onze verre reizen alle veiligheidspagina’s doorneemt in plaats van de foto’s van de bestemming. Ik ben nu eenmaal angstiger aangelegd. Na een uur ben ik ervan overtuigd, dit is erg en ik wil niet naar buiten morgen. Ik ga toch. Ik voel me vreemd, een voortdurend ongerust gevoel. Ik betrap mezelf erop dat ik mijn vest over mijn hand doe als ik de deurkrukken moet aanraken. Handen geven doe ik niet meer aan. Ik proef zeep, hemel, hoe vaak zit ik aan mijn gezicht?! Ons weekend is normaliter druk bezet, maar nu blijf ik binnen. Ik lees alle berichten en kijk de journaals, op zoek naar aanwijzingen. Zondagavond komt de persconferentie, nu weet ik het zeker, dit virus heeft het op mij gemunt en gaat ervoor zorgen dat ik op de IC kom, een vreselijke dood!

    Tien weken isolatie later leef ik nog steeds, gezond, evenals mijn naasten. Niemand overleden. Paar collega’s ziek maar niet op de IC. Misschien waren mijn angsten toch niet zo heel reëel? “De hele wereld wordt bedreigd door een virus, iedereen binnen blijven!” Zo’n uitspraak noemden we vorig jaar nog psychotisch. Maar sommige wanen zijn echter dan je denkt….

  • Esther: Schakelen naar een andere manier van leven

    28-04-2020 998 keer bekeken 0 reacties

    Esther werkt als ervaringsdeskundige verpleegkundige bij Xpeerience. Daarnaast is zij trainer Mental Health First Aid.

    Als trainer MHFA (Mental Health First Aid) leer ik mensen over de meest voorkomende psychische aandoeningen en geven we handvatten om anderen te helpen. Maar … vaak lukt dit het beste als je goed voor jezelf zorgt. Voor velen wordt het werk en leven tijdens deze Coronacrisis op een andere manier ingevuld. In mijn omgeving hoor ik regelmatig dat mensen moeite ervaren met het schakelen naar een ander ritme.

    Zelf had ik daar ook moeite mee. Juist nu zorg ik voor meer gezonde voeding en lichaamsbeweging. Ik gun mezelf elke dag een wandeling door de natuur en dan loop ik genietend langs de IJssel. Op een stuk waar het rustig is en ik weinig mensen tegen kom. Ook op dagen dat ik druk ben met werk en ik denk dat ik er eigenlijk geen tijd voor heb.

    Omdat iedere avond televisiekijken mij gaat vervelen, heb ik voor een andere invulling voor mijn avonden gezorgd. Zo ben ik erachter gekomen dat het Concertgebouworkest online concerten geeft. Net als een tiental orkesten in andere landen trouwens. En bij veel musea kun je online door het museum lopen. Zoek via google en je waant je in Machu Picchu, het Louvre of het Guggenheim. Er worden lees- en luisterboeken online gezet en de pubquiz wordt via de computer aangeboden aan de spelletjesfanaten onder ons. Zo vind ik voldoende ruimte om thuis te ontspannen.

    Hoe doe jij dat eigenlijk?

    Meer tips? Op de website www.xpeerience.nl staan wekelijks blogs met concrete tips voor jezelf of om een ander mee te helpen. Zo staan we samen sterk in tijden van Corona.

  • Youri Derks: Het is hier best gezellig!

    13-02-2020 1791 keer bekeken 1 reacties

    Youri Derks is klinisch psycholoog in opleiding bij het VIP-team Apeldoorn-Zutphen van GGNet.

    Maandagmorgen, 10.20 uur. Ik stap uit de auto. Een lege parkeerplaats omringd door een grauw terrein vormt het decor. Een van de ‘terreinen’ van de instelling waar ik werk. Kale bomen en een donkergrijze lucht maken het sfeerbeeld compleet.

    Vol geveinsde goede moed stap ik in de richting van De Buurse, een van de betonnen parels op dit landgoed. Zou hij er zijn? Vast wel. Hij wil het zelf anders. Nu echt. Dat het de 4e keer is dat Willem dit heeft verkondigd in de paar maanden dat ik hem nu ken - zolang werk ik nog niet in het VIP-team – verdring ik naar de achtergrond.

    Als ik De Buurse binnenstap, begint een speurtocht. Het gebouw van de Acute Deeltijd waar Willem weer structuur en houvast mag gaan vinden, blijkt een doolhof voor gevorderden. Verouderde laagbouw die vroeger gebruikt werd voor langdurige gesloten opnames. Smalle gangen, veel hoekjes, weinig ramen. Erg weinig ramen. Het gebeurt me niet vaak dat ik de binnenkant van een gebouw kleiner vindt lijken dan de buitenkant.  

    De ontvangst is hartelijk, maar ongemakkelijk: “De cliënt is er niet.” Oké, die vraag hoef ik dus niet meer te stellen. Ik mag wachten in een huiselijk ingericht kamertje: bankjes, plantje, schilderijtjes en zelfs ramen.

    Ik besluit Willem te appen. Gedreven door zijn overtuiging op alle mogelijke manieren gehackt te zijn, wantrouwt hij alles wat met technologie te maken heeft, maar WhatsApp is vandaag oké.

    “Het is hier best gezellig”, zet ik onder een foto van het bankje tegenover me. Ik ben blij dat ik geen panoramafoto heb gemaakt. “Huichelaar”, schiet door mijn hoofd. Helpt dit iemand met paranoia?

    Willem blijkt niet in voor gezelligheid. Vandaag is geen goede dag. Willem is – mild uitgedrukt – ‘naar de klote’. Ik negeer mijn gevoel, dat inmiddels aardig overeenkomt met mijn indruk van de omgeving en vraag: “Misschien kunnen we bellen?” Dat kan wel.

    Intussen zijn de collega’s van de deeltijd ook binnengekomen. Willem zal toch echt moeten verschijnen. Juist. “Is het goed als ik toch eerst even bel?” Ik zie niet of er echt geknikt wordt, maar ik doe het maar. Nadat WhatsApp voor de 6e keer heeft besloten dat hij niet gaat opnemen, krijg ik het aardig warm.

    Drie paar ogen staren me begripvol aan. Of is het misprijzend? Ik voel me in elk geval meer bekeken dan gezien. Ze zullen wel denken, schiet door mijn hoofd. Laag zelfbeeld en achterdocht zijn kennelijk ook vatbaar voor parallelprocessen. 

    Als ik quasi-onaangedaan mompel dat het vandaag kennelijk niet gaat gebeuren, voel ik mijn hand trillen. Willem! “Het is echt bijna niet te doen vandaag”. Een lichtstraal breekt door. Bijna is niet helemaal. 20 minuten later gaat de deur open. De ruimte verandert. Ik zie hoe de blikken van de collega’s vol compassie zijn. Het veel te bleke gezicht van Willem lijkt er zowaar kleur van te krijgen. Hier is contact. Willem voelt het ook, dat denk ik tenminste. In elk geval wil hij wel starten. Ik ontspan. Het is hier echt best gezellig!

  • Florian Kersten: Meedoen met de Socialrun was inderdaad winnen

    22-10-2019 2670 keer bekeken 0 reacties

    Dit jaar vond van 20 tot 22 september de jaarlijkse Socialrun plaats: een estafetteloop van 555 kilometer door heel Nederland. Team Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) deed mee. Gastblogger Florian Kersten (32),  stagiair ervaringsdeskundige bij het UCP, vertelt over zijn deelname en wat het hem heeft opgeleverd.

    Ik was eenentwintig jaar oud toen ik in 2008 voor het eerst in een psychose raakte. Er volgde een opname in het UCP met daarna een herstelproces van meer dan tien jaar. Inmiddels heb ik een nieuw doel in het leven en volg ik een opleiding tot ervaringsdeskundige aan de Hanzehogeschool Groningen.

    Vorige zomer vertelde een klasgenote, tevens ambassadeur van de Socialrun, Marit Wisse, over het evenement. Haar enthousiasme was aanstekelijk, maar ik had er geen beeld bij. Een jaar later, toen ik begon aan mijn tweede studiejaar, werd ik aangenomen als stagiair bij het UCP. Ze vroegen of ik met hen mee wilde doen aan de Socialrun. Daar hoefde ik niet lang over na te denken!

    Het UCP bleek voor het eerst deelnemer van de Socialrun. Al gauw hadden we 27 leden verzameld en vond ik mijn rol als beheerder van de sociale media en ondersteuner in het ‘homebase’ team. De homebases zijn rustplekken waar de teams van renners om de beurt kunnen eten, slapen en bijkomen voor de volgende etappe. Ik kon mee helpen met koken.

    Het opmerkelijke van dit team was de samenstelling: van zorgprofessional tot patiënt tot onderzoeker, tot stagiair. Voor mij was het bijzonder dat sommige van mijn oud-behandelaren ineens collega’s waren geworden. Omdat ik veel bezig was met die rollenverandering, hielp het enorm dat ik me op de eerste plaats teamgenoot voelde van de Socialrun. Ik kon op een leuke manier alvast iedereen leren kennen. Daarnaast hadden we een gezamenlijk doel; de saamhorigheid die toen is gekweekt voel ik nu, een maand later, nog op de werkvloer.

    Ik sprak hier kort over met teamgenoot Chris (30). Ze vertelde: “De sfeer is anders geworden na de Socialrun. We waren even deelnemers van de run, niet deelnemers van de zorg. We hadden ineens samen een ander doel.” Het feit dat we dagenlang met elkaar optrokken en ook mindere momenten deelden, werkte volgens haar verbindend. “Zo zouden collega’s mij normaal niet zien, of wie dan ook eigenlijk,” voegde ze er met een lach aan toe. “Het voelt als team-building 3.0.” Daarnaast viel het haar op dat we welkom waren bij vrienden van vrienden thuis, zómaar. “De rollen vielen weg,” was haar conclusie.

    Zo voelde het inderdaad. Dat gevoel van erbij horen is een van de meest belangrijke factoren in mijn herstel is geweest, ook vóór de Socialrun. Daarom ben ik nu een enorme aanhanger van het evenement geworden. Het schept openheid, maar nog belangrijker: het verbindt. De slogan van de Socialrun is de hashtag #meedoeniswinnen. En dat is echt zo!

    Stichting Socialrun steunt meer dan twintig projecten die als doel hebben sociale inclusie te stimuleren en openheid rondom psychische aandoeningen te bevorderen. Het UCP heeft wel €9.500 ingezameld dankzij donateurs en sponsors. Zie www.socialrun.nl voor meer informatie.

  • Denise Koopman: Mijn eerste opdracht: spannend en leerzaam

    01-10-2019 1837 keer bekeken 0 reacties

    Het NVP heeft een nieuw logo en ik ben de ontwerpster. Ik kreeg deze opdracht nadat een van mijn behandelaren een NVP-bijeenkomst had bezocht. Ik ben grafisch ontwerpster en kreeg kort nadat ik mijn opleiding had afgerond een psychose, waarvan ik nu herstellende ben. Momenteel zit ik in een re-integratietraject en dit was mijn eerste echte opdracht. Spannend, maar ook leerzaam. In deze blog kun je lezen hoe het logo tot stand kwam.

    Ik werd meteen helemaal enthousiast toen ik de opdracht kreeg en ging meteen aan de slag. Tijdens het eerste telefonische contact kon ik al mijn eerste ideeën doorgeven. Daarna kreeg ik nog een briefing waarmee ik het ontwerp aan kon passen. Het eerste idee dat ik hierover had was het nog net niet. Er werd gevraagd om de nadruk op kracht te leggen bij het tweede telefonisch overleg. Op basis daarvan heb ik een tweede ontwerp gestuurd. Hiervan heb ik toen nog een paar versies gemaakt, voordat het helemaal goed was. Het idee achter het uiteindelijke ontwerp is om de kracht van samenwerking te verbeelden. Twee handen in elkaar geslagen in een bovenwaartse grip, die kracht aan elkaar geven.

    Momenteel ben ik op zoek naar een werkervaringsplek. Ik denk dat het stapje van werkervaring nog wel nodig is, voordat ik ga solliciteren naar een betaalde baan. Ik merk aan mezelf dat ik de vaardigheden wel heb om een grafisch vormgever te zijn, maar wil nog wat meer kunnen oefenen zodat ik wat sterker in mijn schoenen kom te staan.

    Ik vond het heel fijn dat ik deze opdracht kon doen. Dit was mijn eerste echte opdracht en ik heb hiervan geleerd dat het fijn is bij het proces naar een ontwerp, dat de opdracht duidelijk verwoord wordt. Ik verwacht niet dat elke opdrachtgever zo duidelijk hun verwachtingen zal kunnen verwoorden en denk mede daarom ook dat ik nog veel te leren heb op het sociale aspect van ontwerpen.

    Deze opdracht is gelukkig goed afgerond en komt in mijn portfolio te staan!

  • Heico: Asielzorg heeft mij gered!

    11-09-2019 1690 keer bekeken 0 reacties

    Heico is belangenbehartiger ggz-cliënten en bestuurder van cliëntenorganisaties in Deventer. Daarnaast is hij Missing Maps vrijwilliger. Meer weten over Heico? Surf naar http://www.heico-art.nl/.

    De radio reageert op je gedachten. In alle geluiden zitten stemmen, tot de vogels en de wind aan toe. Bedreigend, commentaar, overal. Iedereen kan je gedachten lezen. Wat is er aan de hand? Waar heb je dat aan verdiend?

    Kleine keuzes maken in de supermarkt wordt een dilemma. Kiezen van één product uit tien betekent 9 afwijzingen, je kunt het niet goed doen. Dus kom je vaak onverrichter zake terug van de supermarkt.  De straat op wordt een dilemma.

    Daar waar anderen dromen over 'veel macht', is het voor jou het tegendeel, het wordt een angstbeeld. Je moet je hoofd onder het maaiveld houden, om niet te veel op te vallen. Waarom moet iedereen zich tegen jouw leventje aan bemoeien?

    Je maakt je studie af, maar daarna wacht het grote niets. Een fatale diagnose: psychose. Daar zijn differentiaalvergelijkingen geen remedie tegen; je doet afstand van al je studieboeken.

    Uiteindelijk raak je verzeild in de intramurale psychiatrie, dat blijkt een goede keuze. Een 'begrijpende omgeving', geen stress van boodschappen moeten doen, parkachtige rust. Je komt er achter dat 'tussen de mensen zijn' veel beter is dan alleen op je studiekamertje. De kringen die je gedachten plachten te  draaien, worden doorbroken door gewone praatjes over het weer, over het nieuws, over... alles.

    Die asielfunctie van de psychiatrie heeft mij gered, maar het is pijnlijk om te zien dat die asielfunctie nauwelijks meer bestaat. 'Herstellen doe je thuis' is de mantra nu. Was dat 20 jaar geleden, dan was ik nog steeds aan het modderen bij de Riagg: je krijgt je kwartiertje om te praten, je krijgt je medicijnen mee en je moet er weer een maand tegen kunnen. Te weinig om op te knappen, teveel om helemaal af te glijden.

    Tijdens en na die opname ben ik vrijwilligerswerk gaan doen. Cliëntenraden, besturen van cliëntenorganisaties, belangenbehartiging, stukjes schrijven, hobby-kunst maken 'om de wereld te redden'.

    Nu, 30 jaar na het eerste contact met de ggz, woon ik al weer heel wat jaartjes in een rijtjeshuis, met een lotgenoot en twee katten. Ik sport geregeld, heb ambulante begeleiding en medicatie van de BGGz, doe bestuurswerk en op verloren momenten doe ik aan 'Missing Maps'. Maar af geraken van elke psychotische beleving zal ik nooit meer doen, die illusie heb ik wel opgegeven. Maar ik kan me redden, 'ik ben hersteld', heet dat tegenwoordig.

  • Marcel Hilwig: De-escalatie onder de auto

    26-06-2019 2526 keer bekeken 0 reacties

    Marcel Hilwig is deze week gastblogger van het Netwerk Vroege Psychose. Hij is naast psychiater in een FACT-team in het centrum van Maastricht, ook Manager Zorg van alle FACT-teams van Mondriaan in Zuid Limburg.

    Begin van de werkdag. Soepeltjes parkeerde ik mijn auto achteruit in. Bij het uitstappen maakte iemand van onder het rookafdakje mij er op attent dat ik een zachte band had. Inderdaad, ik had er onderweg niks van gemerkt. Zelfs de meest sportieve auto ziet er behoorlijk onthand uit met een lekke band. Ik had geen zin om nu al mijn handen vuil te maken en ging eerst maar eens naar binnen voor koffie en overleg.    

    Bij het overleg kwam het bericht dat Andy met de trein op weg was van Amsterdam naar Maastricht en de intentie had om ons hulpverleners eens goed de oren te wassen. Hij was boos op iedereen: zijn vriendin die van hem was weggegaan, zijn familie die hem niet wilde helpen, de NS die hem had betrapt op zwartrijden, de verhuurder die hem uit zijn huis had gezet, de buren die hem zwart maakten en de Limburgers die hem discrimineerden omdat hij met camouflagekleding, zonnebril, bandana en rapmuziek uit de speakers -in Amsterdam écht geen probleem- werd nagekeken. En wij deden er niks aan. Hij dreigde met klappen uitdelen en het kon hem niks schelen om daarvoor in de cel te belanden, want hij had toch niks meer te verliezen.

    Agressie naar hulpverleners is een groeiend probleem aan het worden. Uit een enquête van KRO-NCRV en NU ’91 (de beroepsorganisatie voor verpleging en verzorging), die vorig jaar onder hulpverleners in de ggz gehouden werd, blijkt dat ruim 80% van de hulpverleners de afgelopen 5 jaar verbaal én fysiek geweld heeft meegemaakt. In ons team werd onlangs de discussie gevoerd of we onze grenzen niet teveel hebben verlegd. Alsof het bij het vak hoort, scheldpartijen, intimidaties en geweld. Ik hoorde een ouder het opnemen voor diens zoon die een verpleegkundige had aangevallen: “Dat is beroepsrisico”. Furieus dat de verpleegkundige aangifte had gedaan bij de politie. Twee collega’s die onlangs aan het eind van de middag alleen op kantoor waren overgebleven en hoorden dat iemand op weg was om de boel in brand te komen steken, meenden er beter aan te doen om het pand te verlaten en af te sluiten.   

    Iemand waarschuwde ons dat Andy inmiddels op weg was van het station naar ons kantoor en een behoorlijk geladen indruk maakte. Koortsachtig beraad: wel of niet binnen laten? Kans op escalatie aan de deur? Politie waarschuwen? Staat het X-guard alarm van de gsm aan?

    Ik had een idee. Ik liep naar buiten, pakte een krik en kruissleutel uit de auto, knielde voor het achterwiel en begon de moeren los te draaien. In mijn ooghoeken zag ik Andy het hek binnen komen lopen, gangsta style. Dr Dre koptelefoon om de nek, zonnebril op het voorhoofd, legerboots met de ritsen open, wijd windjack. Ik moest denken aan die keer dat ik als arts-assistent op de EHBO tegenover een door het lint gaande patiënt onverstoorbaar wilde blijven. Ik wilde me niet laten kennen maar de man fokte zich alleen maar nóg meer op en pakte een stoel om in mijn richting te gooien. Opeens kwam er achter mijn rug een verpleegkundige tevoorschijn en met een heel andere toon in haar stem nam zij de regie over: “Nou nou nou, meneer, wat maakt u een kabaal, ik word er gewoon bang van!”. Wilde meneer soms een bekertje koffie? Als ze nou even rustig met hem kon zitten dan kwamen we er vast wel uit. ’s Mans agressie smolt als sneeuw voor de zon. Hij ging gedwee zitten, bedankte voor het bekertje ziekenhuiskoffie en vouwde zijn handen eromheen alsof hij zich er aan wilde warmen. “Zo, dat is beter”, zei de verpleegkundige en schoof gezellig dichterbij. “Vertel mij nou eens rustig wat er allemaal aan de hand is”.

    De wielmoeren zaten goed vast dus het kreunend, half vloekend geluid dat ik maakte was niet gespeeld. Ik zag de legerboots naast me opduiken en voelde hem schakelen. Hij knielde naast me en zei: “Hey doc, laat mij maar effe, u hebt het aan uw knie toch?”. Impulsief vriendelijk en behulpzaam. De situatie werkte ontwapenend. Als er nog een spoor van agressie was dan ging dat in de klappen die hij op de kruissleutel gaf verloren. Als dank voor de vlotte wielwissel wilde ik hem een broodje aanbieden maar hij had zijn koptelefoon al weer op gezet en gebaarde dat het OK was. Hij ritste zijn jack dicht, liep licht swingend het hek weer uit en leek vergeten te zijn waarvoor hij gekomen was. 

     

Cookie-instellingen