Marcel Hilwig: De-escalatie onder de auto

Joyce Huls 26-06-2019 2389 keer bekeken 0 reacties

Marcel Hilwig is deze week gastblogger van het Netwerk Vroege Psychose. Hij is naast psychiater in een FACT-team in het centrum van Maastricht, ook Manager Zorg van alle FACT-teams van Mondriaan in Zuid Limburg.

Begin van de werkdag. Soepeltjes parkeerde ik mijn auto achteruit in. Bij het uitstappen maakte iemand van onder het rookafdakje mij er op attent dat ik een zachte band had. Inderdaad, ik had er onderweg niks van gemerkt. Zelfs de meest sportieve auto ziet er behoorlijk onthand uit met een lekke band. Ik had geen zin om nu al mijn handen vuil te maken en ging eerst maar eens naar binnen voor koffie en overleg.    

Bij het overleg kwam het bericht dat Andy met de trein op weg was van Amsterdam naar Maastricht en de intentie had om ons hulpverleners eens goed de oren te wassen. Hij was boos op iedereen: zijn vriendin die van hem was weggegaan, zijn familie die hem niet wilde helpen, de NS die hem had betrapt op zwartrijden, de verhuurder die hem uit zijn huis had gezet, de buren die hem zwart maakten en de Limburgers die hem discrimineerden omdat hij met camouflagekleding, zonnebril, bandana en rapmuziek uit de speakers -in Amsterdam écht geen probleem- werd nagekeken. En wij deden er niks aan. Hij dreigde met klappen uitdelen en het kon hem niks schelen om daarvoor in de cel te belanden, want hij had toch niks meer te verliezen.

Agressie naar hulpverleners is een groeiend probleem aan het worden. Uit een enquête van KRO-NCRV en NU ’91 (de beroepsorganisatie voor verpleging en verzorging), die vorig jaar onder hulpverleners in de ggz gehouden werd, blijkt dat ruim 80% van de hulpverleners de afgelopen 5 jaar verbaal én fysiek geweld heeft meegemaakt. In ons team werd onlangs de discussie gevoerd of we onze grenzen niet teveel hebben verlegd. Alsof het bij het vak hoort, scheldpartijen, intimidaties en geweld. Ik hoorde een ouder het opnemen voor diens zoon die een verpleegkundige had aangevallen: “Dat is beroepsrisico”. Furieus dat de verpleegkundige aangifte had gedaan bij de politie. Twee collega’s die onlangs aan het eind van de middag alleen op kantoor waren overgebleven en hoorden dat iemand op weg was om de boel in brand te komen steken, meenden er beter aan te doen om het pand te verlaten en af te sluiten.   

Iemand waarschuwde ons dat Andy inmiddels op weg was van het station naar ons kantoor en een behoorlijk geladen indruk maakte. Koortsachtig beraad: wel of niet binnen laten? Kans op escalatie aan de deur? Politie waarschuwen? Staat het X-guard alarm van de gsm aan?

Ik had een idee. Ik liep naar buiten, pakte een krik en kruissleutel uit de auto, knielde voor het achterwiel en begon de moeren los te draaien. In mijn ooghoeken zag ik Andy het hek binnen komen lopen, gangsta style. Dr Dre koptelefoon om de nek, zonnebril op het voorhoofd, legerboots met de ritsen open, wijd windjack. Ik moest denken aan die keer dat ik als arts-assistent op de EHBO tegenover een door het lint gaande patiënt onverstoorbaar wilde blijven. Ik wilde me niet laten kennen maar de man fokte zich alleen maar nóg meer op en pakte een stoel om in mijn richting te gooien. Opeens kwam er achter mijn rug een verpleegkundige tevoorschijn en met een heel andere toon in haar stem nam zij de regie over: “Nou nou nou, meneer, wat maakt u een kabaal, ik word er gewoon bang van!”. Wilde meneer soms een bekertje koffie? Als ze nou even rustig met hem kon zitten dan kwamen we er vast wel uit. ’s Mans agressie smolt als sneeuw voor de zon. Hij ging gedwee zitten, bedankte voor het bekertje ziekenhuiskoffie en vouwde zijn handen eromheen alsof hij zich er aan wilde warmen. “Zo, dat is beter”, zei de verpleegkundige en schoof gezellig dichterbij. “Vertel mij nou eens rustig wat er allemaal aan de hand is”.

De wielmoeren zaten goed vast dus het kreunend, half vloekend geluid dat ik maakte was niet gespeeld. Ik zag de legerboots naast me opduiken en voelde hem schakelen. Hij knielde naast me en zei: “Hey doc, laat mij maar effe, u hebt het aan uw knie toch?”. Impulsief vriendelijk en behulpzaam. De situatie werkte ontwapenend. Als er nog een spoor van agressie was dan ging dat in de klappen die hij op de kruissleutel gaf verloren. Als dank voor de vlotte wielwissel wilde ik hem een broodje aanbieden maar hij had zijn koptelefoon al weer op gezet en gebaarde dat het OK was. Hij ritste zijn jack dicht, liep licht swingend het hek weer uit en leek vergeten te zijn waarvoor hij gekomen was. 

 

0  reacties

0  reacties

Cookie-instellingen