Nynke Boonstra is verpleegkundig Specialist GGZ bij VIP team GGZ Friesland. Tevens werkt zij als opleider VS GGZ voor GGZ Friesland en als Lector Zorg & Innovatie in de Psychiatrie aan de NHL Stenden Hogeschool. Nynke is voorzitter van het Netwerk Vroege Psychose. Klik hier voor meer informatie over Nynke.
Het speerpunt van het Netwerk Vroege Psychose voor 2019 was normaliseren van psychotische ervaringen. Het stigma dat mensen met psychotische ervaringen ondervinden wordt nog steeds als tweede ziekte gezien en heeft grote invloed op de kansen van mensen in het leven. Wanneer iemand tijdens een sollicitatiegesprek vertelt dat hij een psychosegevoeligheid heeft dan zal tweederde van de werkgevers die persoon niet aannemen, zo blijkt uit onderzoek van kenniscentrum Phrenos, en dat terwijl psychosegevoeligheid niks zegt over kwaliteiten als medewerker. Wanneer iemand een psychose heeft doorgemaakt mag hij zes maanden niet autorijden en zelfs twee jaar niet professioneel autorijden, zo stelt het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, ongeacht het herstel van de psychose. Terwijl psychose niks zegt over rijkwaliteiten. De aannames over mensen met een psychose zijn legio en overwegend gebaseerd op vooroordelen en misinterpretatie. Het is aan ons als professionals om bij te dragen aan vermindering van dit stigma, om mensen met psychotische ervaringen te ondersteunen optimaal te kunnen functioneren. Zowel mensen die wij in zorg hebben als daarbuiten. Zo hebben mensen met een psychosegevoeligheid niet een lager IQ en zijn mensen met psychotische ervaringen vaker slachtoffer dan dader van geweld.
Als behandelaar binnen een VIP-team zie ik allerlei vormen van stigmatisering. En dan heb ik het niet alleen over stigmatisering door de maatschappij. Ook wij als hulpverleners stigmatiseren wat af. Afgelopen week vertelde een moeder dat een verpleegkundige haar had verteld dat ze ervanuit moest gaan dat haar 18-jarige dochter, die vanwege een eerste psychose met een rechtelijke machtiging was opgenomen op een HIC, geen huisje-boompje-beestje leven zou krijgen. De betreffende verpleegkundige had deze mededeling ongetwijfeld vanuit goede bedoelingen gedeeld met moeder. Wellicht wilde ze dat de moeder haar verwachtingen zou bijstellen om teleurstelling in de toekomst te voorkomen. Ik zag echter de impact die deze opmerking op haar had. Ze was in tranen, want ze zag de toekomst van haar dochter, en misschien ook wel die van haarzelf, door deze psychotische episode ontnomen worden.
We hebben geen glazen bol. We weten niet hoe het leven er na een psychose uit gaat zien. De zorgstandaard Psychose beschrijft zo mooi dat we vanuit een niet-stigmatiserende attitude hoop moeten bieden. Dat we parallelle zorg aan moeten bieden die aansluit bij de wensen en behoeften van de mensen die we behandelen en hun naasten. Dit vraagt van professionals om voortdurend aan te sluiten bij de verklaringsmodellen van patiënt en naasten. Hoop en perspectief is ons uitgangspunt. We weten immers dat ontzettend veel mensen na een eerste psychose geen tweede psychotische episode krijgen. We weten ook dat veel mensen heel goed herstellen, ongeacht de soms chronische psychotische symptomen. En we kennen gelukkig ook steeds meer ervaringen van mensen die de psychose als verrijkend beschrijven in hun leven.
Hoe mensen over zichzelf denken wordt voor een groot deel gevoed door hoe de omgeving op hen reageert. Voor mensen met psychische problemen spelen naast vrienden en familie ook hulpverleners een grote rol. Wij als professionals moeten ons dus realiseren dat we een belangrijke beïnvloedende bijdrage leveren aan hoe mensen met een psychosegevoeligheid over zichzelf denken, hoe zij naar hun psychotische ervaringen kijken en welke plek dat krijgt in hun leven. Een doordacht gemaakte opmerking die wij misschien dezelfde dag al zijn vergeten, kan een ander nog jaren achtervolgen. Een gesprek dat voor ons misschien wel dagelijkse routine is, kan voor een ander een enorme impact hebben op hoe hij of zij de toekomst ziet. Het is dus belangrijk dat wij ons hier van bewust zijn. Het proces van herstel is een persoonlijk proces, voor iedereen anders en als professional kunnen we alleen ons stinkende best doen om hier op een positieve manier aan bij te dragen. En dat maakt ons werk uiteindelijk ook zo bijzonder!