Dorothé van Slooten is gezondheidswetenschapper en als senior stafmedewerker Vroege Psychose en Innovatie verbonden aan Kenniscentrum Phrenos. Zij is tevens ondersteuner van het Netwerk Vroege Psychose. Klik hier voor meer informatie over Dorothé.
Ach, mijn tandarts. Wat word ik toch blij van dat gemorrel aan mijn gebit! Terwijl ik met mijn mond vol tanden in de stoel lig, hoor ik de mooiste thema’s langskomen. En ik hoef er niets op te zeggen, sterker nog, ik kan er niet eens wat op zeggen. Dan wordt luisteren ineens eenvoudiger. En zeker ook intenser. Ik kan het aanbevelen, een bezoek aan mijn tandarts!
Deze keer had hij het over vertrouwen en hoop. Thema’s waar ik overigens direct positief op aansla, zelfs als ik monddood ben. Ik vind hoop en vertrouwen elementair in het leven. Zonder hoop, maar zeker zonder vertrouwen, is de kwaliteit van ons leven toch een stuk minder. Ik heb het om me heen gezien, maar ik heb het ook aan den lijve ondervonden. Vertrouwen in de ander, maar ook in onszelf, hoe kun je zonder?
Mijn tandarts stelt stellig van niet. In een eerder blog heb ik al eens over hem en zijn vrouw verteld, hoe zij door elkaar blindelings te vertrouwen de problemen die haar psychoses met zich mee brachten, wisten te overwinnen. Nu vertelt hij over een andere kant van datzelfde vertrouwen.
Sinds enige tijd houden zij samen lezingen. Zij bespreken beiden een ander onderdeel van hetzelfde thema en vullen elkaar daarbij uitstekend aan. Ieder z’n vakgebied, zo noemde mijn tandarts dat. Aanvankelijk was het een lastige rol voor zijn vrouw. Immers, spreken in het openbaar was niet iets dat in haar rolbeschrijving van patiënt paste, laat staan dat ze er ooit in geoefend had. En weer was het dat blindelingse vertrouwen dat maakte dat ze het aanging en er nu zingeving, zelfwaardering en zelfs plezier aan ontleent.
Toen ik laatst toevallig een oud-collega tegenkwam, was vertrouwen ook een belangrijk thema. Hij is ervaringsdeskundige en kan boeiend vertellen over het moment dat hij de hoop weer in zich toeliet. Een onbekende had hem tijdens een gesprek op de gesloten afdeling weer hoop gegeven. Door op zijn dromen, op de persoon die hij ooit was en wilde zijn in te gaan, voelde hij zich letterlijk persoonlijk aangesproken. Hij voelde weer dat hij meer was dan zijn ellende. Er was iemand die in hem geloofde.
Dat is denk ik wat we in de ggz, maar zeker ook daarbuiten, veel meer moeten doen. Hoop houden, vertrouwen geven, nabij zijn. Want laten we eerlijk zijn, als je in de penarie zit, is zelf hoop houden heel moeilijk en soms zelfs ondoenlijk. Dan is hoop en vertrouwen van een ander een onmisbare reddingsboei.
Mijn tandarts vertelt stralend over zijn vrouw. Ik lig in die stoel en hoop dat zijn blik scherp blijft en hij niet onder invloed van emoties mijn zenuwen raakt. Maar tegelijkertijd kan dat me niets schelen. Ik lig met open mond te stralen. Want dit zijn de hoopvolle verhalen waar ik blij van word.
Heb jij ze ook?