Meer nieuws over Ultra High Risk

06-07-2018 465 keer bekeken 0 reacties

Over Ultra High Risk (UHR) en de behandeling daarvan wordt steeds meer bekend. In drie onderzoeken werd gekeken naar de overgang van UHR naar psychose en schizofrenie, de associatie tussen stigma en suïcidale ideatie en de effecten van CGT (individueel, groep èn met familiesysteem) op symptomen.

Geringe overgang naar psychose bij Ultra Hoog Risico groep

Uit een recente meta-analyse bleek dat de overgang naar een psychose bij UHR-groepen toenam van 17,7% na 6 maanden, tot 21,7% na 1 jaar en 35,8% na 3 jaar. In klinische hoog risico studies ontbreken vaak geschikte controlegroepen.

Conrad et al. volgden jonge mensen die mogelijk een psychose hadden gehad of zouden kunnen krijgen en zich tussen 1997 en 2007 hadden aangemeld. In het gehele cohort werden hoge niveaus van comorbiditeit gevonden: psychosociale problemen, 61,1%; depressie, 54,1% en middelenmisbruik, 40,7%. In vergelijking met de referentiegroep (wel psychische problemen, maar geen psychoses en nooit in ggz opgenomen) hadden de groepen met een bestaande en recente psychose in de loop van de tijd significant vaker psychoses. Tegen de verwachting in had de UHR-groep in bijna dezelfde mate een overgang naar psychoses dan de referentiegroep (17,3% versus 14,6%). De overgang naar schizofrenie vond in de groepen van bestaande en recente psychose en UHR plaats bij 26% van de mensen. Binnen deze groep verging het de UHR-groep relatief beter dan de andere groepen, vooral wat betreft comorbiditeit en contacten met de ggz.

Lees hier de hele samenvatting.

Conrad, A.M., Lewin, T.J., Sly, K.A., Schall, U., Halpin, S.A., Hunter, M., & Carr, V.J. (2017). Utility of risk-status for predicting psychosis and related outcomes: evaluation of a 10-year cohort of presenters to a specialised early psychosis community mental health service. Psychiatry Res, 247, 336-344.

Nieuwe interventie met Cognitieve Gedragstherapie voor high risk adolescenten is haalbaar en effectief

Individuele cognitieve gedragstherapie (CGt) bij adolescenten met een risico op een psychose kan effectief zijn in het voorkomen van een psychose. Daarnaast is bekend dat een positieve familie omgeving ook gunstig is voor dezelfde doelgroep.

Om die twee te verbinden werd de Group-and-Family-based Cognitive Behavioural Therapy (GF-CBT) ontwikkeld. Landa et al. keken in hoeverre GF-CBT haalbaar én effectief is op symptoomniveau en op het gebied van psychosociaal functioneren. Jongeren (16-21 jaar) met een risico op een psychose krijgen individueel en in groepsverband CGt 15 weken lang in wekelijkse sessies. Leden uit het familiesysteem krijgen elk week een sessie waarin men CGt-vaardigheden leert.

De interventie bleek goed haalbaar. Na de interventie waren de attenuated psychotic symptoms (afgezwakte, subklinische symptomen) significant afgenomen. Verder waren de negatieve en depressieve symptomen en de cognitieve vooroordelen verminderd en het algemene functioneren verbeterd. De familieleden hadden CGt-vaardigheden opgedaan en konden hun familielid beter ondersteunen. In potentie kan GF-CBT de overgang naar een psychose voorkomen.

Lees hier de hele samenvatting.

Landa, Y., Mueser, K.T., Wyka, K.E., Shreck, E., Jespersen, R., Jacobs, M.A., Griffin, K.W., van der Gaag, M., Reyna, V.F., Beck, A.T., Silbersweig, D.A., & Walkup, J.T. (2016). Development of a group and family-based cognitive behavioural therapy program for youth at risk for psychosis. Early Interv Psychiatry, 10, (6) 511-521.

Suïcidale ideatie bij mensen met High Risk neemt toe bij hogere stigma stress

Ongeveer 5% van de personen met schizofrenie pleegt zelfmoord. Bij personen met een risico op een psychose is de suïcidaliteit ook groot. Uit de literatuur komt naar voren dat stigma van invloed kan zijn op toenemende suïcidale ideatie.

Stigma stress ontstaat als iemand gelooft dat de schade die door de stigma veroorzaakt wordt groter is dan de eigen kracht om er mee te kunnen omgaan. Xu et al. keken of ervaren stigma en stigma stress in de loop van een jaar van invloed was op de suïcidale ideatie, bij een groep jongvolwassenen (13-35 jaar) die risico op een psychose hebben.

Na 1 jaar rapporteerde 30% van de respondenten suïcidale ideatie, tegenover 50% op baseline. Er was geen significante associatie tussen de baseline niveaus van ervaren stigma en stigma stress en suïcidale ideatie na 1 jaar. Er was wel een significante associatie tussen een toename van stigma stress (maar niet van ervaren stigma) met suïcidale ideatie na 1 jaar. Dus een toename van stigma stress is relevanter voor de toename van suïcidaliteit bij jongvolwassenen dan ervaren stigma per se. 

Lees hier de hele samenvatting.

Xu, Z., Mayer, B., Muller, M., Heekeren, K., Theodoridou, A., Dvorsky, D., Metzler, S., Oexle, N., Walitza, S., Rossler, W., & Rusch, N. (2016). Stigma and suicidal ideation among young people at risk of psychosis after one year. Psychiatry Res, 243, 219-224.

Reacties

Anti spam controle *

We gebruiken CAPTCHA als controlemiddel om spam tegen te houden. Vink de checkbox aan om door te gaan. Mogelijk wordt er gevraagd om bepaalde afbeeldingen te selecteren.
Een momentje...

0  reacties

Cookie-instellingen