John Jongejan: Valentijnsdag

Joyce Huls 18-02-2020 1891 keer bekeken 0 reacties

John Jongejan werkt als ervaringsdeskundige bij een FACT team van GGZ-Breburg en volgt de opleiding tot Sociaal Pedagogisch Hulpverlener. Wat hem in zijn werk beweegt, is dat iedereen ervaringskennis kan gebruiken voor zijn eigen proces. Klik hier voor meer informatie over John.

Op 14 februari 1993 werd ik in Amsterdam diep in de nacht met een ambulance weggebracht naar een crisisafdeling. Ik kreeg een bed en er was een verpleegkundige die me slaaptabletten gaf. Maar zijn aanwezigheid maakte me al rustig. Ik nam de slaaptabletten in. Ik weet nog dat ik zei: “Eindelijk rust.” Ik viel in slaap en werd wakker op een hard bed in een isoleer van het psychiatrisch ziekenhuis in Santpoort-Zuid. Na verloop van tijd kwamen er verpleegkundigen en de psychiater binnen. Ze vroegen naar mijn naam en adres. Ik antwoordde helder maar gaf aan uit deze cel te willen. Hier was men het niet mee eens en men overmande mij en gaf me een spuit in mijn bil. Ik was zo eenzaam, maar zij gingen weer weg. Daar lag ik weer, alleen met niets dan een scheurhemd aan. Het voelde koud en kil in mij, als een woestijn in vrieskou.

Het was niet toevallig dat ik op Valentijnsdag was opgenomen, immers liefdesverdriet had bij mij de emmer met ellende doen overlopen. De jaren ervoor waren moeizaam en slopend geweest, heen en weer geslingerd tussen Zeeland en de grote stad Amsterdam. Het was vechten tot ik niet meer kon. In Zeeland en ook in Amsterdam kon ik niet die veilige warme pek vinden die ik zo nodig had. Ik had op het laatst geen vaste woon of verblijfplaats, geen geld of baan en ook geen zelfvertrouwen meer. Iedereen stuurde me weg. Ze wisten niet hoe met mij om te gaan. Het was ook een wereld van verschil met hoe ik eerst was: altijd vrolijk, sociaal en vriendelijk en nu ineens teruggetrokken en stil.

In de kliniek was ik mezelf echt kwijt. Alles deed pijn en alles leek uitzichtloos, daar in die separeer cel. Dit voelde niet als hulp en ik werd teruggeworpen op mezelf. En er kwam een groter probleem bij, door het verblijf in die cel: ik kreeg het idee dat ik afwijkend was en minderwaardig. Deze manier van mij behandelen moest toch een reden hebben? Was ik een crimineel of verkrachter? Ik prakkiseerde daarover tijdens heldere momenten.

Achteraf denk ik dat de opname veel korter had kunnen duren als ze echt met mij in gesprek waren gegaan. De psychiater die ik daar destijds over aansprak wilde dat echter niet. Hij gaf aan mij te ziek te vinden en het had toch geen zin. Later ben ik zelf wel met mensen die gesepareerd waren in gesprek gegaan. We delen veel gemeenschappelijke ervaringen. Ze ervoeren de tijd in de isoleercel als heel lang. Ook gingen mensen in regressie. Het eigen ik verdween door de eenzame opsluiting.

Jammer genoeg zijn er nog instellingen die separeercellen gebruiken. Wellicht biedt de zelfbindingsverklaring in de nieuwe Wet Verplichte GGZ mogelijkheden. Iemand kan dan aangeven dat hij bij opname niet gesepareerd wil worden, maar je kunt er ook inzetten wat je wel wilt in crisis. Zo kun je bijvoorbeeld vastleggen dat je meer gesprekken wilt met een psycholoog, tijdens een crisis. De cliënt heeft zo meer macht en regie over zijn eigen unieke situatie!

0  reacties

0  reacties

Cookie-instellingen