Kristien Harmsen: Een klein beetje mindful

Joyce Huls 11-09-2018 1107 keer bekeken 0 reacties

‘Een mindfulnesstraining lijkt me een goed idee’, zei de huisarts in opleiding tegen me. Mijn klachten over de chaos in mijn hoofd en de stress die dat opleverde, zouden daarmee grotendeels verdwijnen. We zochten een training in de buurt, en vonden een trainster die ervaringsdeskundig was – een positief punt – en die snel zou starten met een kleine groep.

Veel oefenen

Bij de intake vertelde M. me dat ik veel moest oefenen. Nieuwe groeven in mijn hersenen maken, waarlangs het verkeer van mijn chaotische gedachten geregeld zou gaan worden. Met vallen en opstaan zou ik het leren.

De opbouw van de training was heel rustig. Een paar keer per week een bodyscan, een kwartiertje mediteren, een ademruimte tussendoor, een mindfulle yogales en na een paar weken zat ik iedere ochtend op zolder naar opnames van mijn mindfulnessjuf te luisteren. Helemaal verslingerd aan de stem van M.! Luisteren naar geluiden, benoemen van gedachten en de pijntjes in mijn lijf voelen. Niet streven, je niet mee laten slepen, gevoelens accepteren, ernaar kijken en terug naar je ademhaling, het eeuwige anker. Als ik het zo opschrijf, lijkt het zo eenvoudig, maar dat is het helemaal niet!

Oefening baart kunst

Dat zeggen ze ja: “Oefening baart kunst”. Maar dat wekenlang dagelijks oefenen, heeft mij de kunst nog niet opgeleverd. Ja, in het begin had ik het gevoel dat het me rust gaf. Ik kon weer met mijn stijve benen in kleermakerszit zitten, had inderdaad een beetje rust in mijn hoofd en deed meer het ene na het andere, in plaats van alles door elkaar.

Dat is al heel wat. Maar ik ben er nog lang niet. Accepteren, me niet ergeren, geduld hebben, me niet van mijn stuk laten brengen door negatieve gedachten, me niet laten afleiden, me niet laten meeslepen, poeh...

Moeilijk

Dit doet me denken aan een Koerdische vrouw, Chatoon, die ik geruime tijd Nederlandse les heb gegeven. Toen ik haar net ontmoette kende zij een paar woorden, waaronder het woord moeilijk. Dat kon ze heel goed zeggen. We gingen samen aan de slag, en zij bleef maar oefenen, oefenen en oefenen. Ook al zat alles tegen en had ze verder niemand om Nederlands tegen te praten. Ze leerde het ene woord na het andere en na enige tijd konden we echt iets tegen elkaar zeggen. Geweldig! Ik was apetrots op haar.

Ik denk dat dit de enige weg is, als je echt iets wilt leren, het je echt eigen wilt maken. Steeds weer je oefeningen doen en blij zijn met iedere kleine vordering die je maakt. Dat is dan ook wat ik me voorgenomen heb: blijven oefenen, en oefenen en oefenen...

0  reacties

0  reacties

Cookie-instellingen