Dorothé van Slooten: ‘Verhitte’ bijwerkingen

Joyce Huls 24-07-2018 1482 keer bekeken 0 reacties

Dorothé van Slooten is gezondheidswetenschapper en als senior stafmedewerker Vroege Psychose en Innovatie verbonden aan Kenniscentrum Phrenos. Zij is tevens ondersteuner van het Netwerk Vroege Psychose. Klik hier voor meer informatie over Dorothé.

We zitten met z’n allen in een kleine ruimte. Het is warm en met de minuut stijgt de temperatuur. “Hou die ramen dicht!”, is ons op het hart gedrukt door de conciërge. “Anders wordt het hier onhoudbaar!” En dat doen we. We zijn braaf en natuurlijk heel bang voor onhoudbare situaties.

Ik geef een cursus over MoVIT. MoVIT is een model voor intercollegiale teamuitwisseling. Met behulp van een dynamisch programma delen teams reflecties over hun werk en geven elkaar advies. Het is een erg leuke manier om met collegae van andere organisaties uit te wisselen. Deelnemers zijn erg enthousiast en geïnspireerd, aldus de evaluatie.

En deze middag zijn ze daarnaast dus ook erg warm. De gevoelstemperatuur stijgt tot ongekende hoogte. Af en toe lassen we een extra pauze in, waarbij iedereen de gang op rent. Ook tijdens de werkvormen vluchten we naar mate de middag vordert meer en meer naar koelere plekken. Die steeds minder te vinden zijn…

Tijdens mijn vorige baan in Maastricht had ik ooit een kantoor onder het eeuwenoude dak van een pand naast de Sint Servaasbasiliek aan het Vrijthof. Mijn zoontje zei daar destijds opgetogen over: “Gaaf, jij hebt op je werk een kerk in de tuin!” En hij had gelijk: het was een fantastische locatie. Maar in de zomer was het minder fantastisch. Dan werd die zolderkamer een oventje, waarin het onmogelijk toeven was. Onhoudbaar. Ik weet dus wat dat is…

Tijdens één van die zomers vertelde een vrijwilliger, waarmee ik in het kader van vroege psychose veel samenwerkte, over zijn problemen met warmte. Hij vergeleek zijn persoonlijke warmteregulatie met mijn kantoor. “Elke zomer”, vertelde hij, “als het kwik boven de 24 graden uit komt, trek ik mij noodgedwongen terug in een donkere, gekoelde ruimte omdat mijn lijf de hitte niet kan afvoeren. Dat helpt.” Ik weet inmiddels dat zijn methode niet afdoende is. Twee jaar geleden werd hij opgenomen in het academisch ziekenhuis, waar hij op de intensive care opgelapt moest worden. Toen ik hem daar opzocht, zei hij met een fijn gevoel voor understatement: “Tja, medicatie heeft soms nare bijwerkingen.”

Tegenwoordig, als ik het warm heb - pakweg bij een graadje of 28-30 of in ‘onhoudbare situaties’ zoals onlangs bij MoVIT -  denk ik aan hem en aan alle andere mensen die last hebben van de bijwerkingen van antipsychotische (en andere) medicatie. En dan zakt mijn gevoelstemperatuur gelijk een graad of 5...

0  reacties

0  reacties

Cookie-instellingen