Weinig hard bewijs voor psychologische interventies als alternatief voor antipsychotica

12-09-2022 630 keer bekeken 1 reacties

Onderstaand artikel is een ‘Personal view’ oftewel een opiniestuk. Dit zijn korte reviews waarin de gepresenteerde informatie subjectief door de auteur is gekozen om diens visie te onderbouwen. Het is geen review artikel waarin het doel is om zo volledig en objectief mogelijk te zijn.

We willen lezers van harte uitnodigen om te reageren op de visie van Jauhar en Lawrie. Je kunt je reactie in het veld onder dit bericht plaatsen

Antipsychotica zijn effectief zijn bij het terugdringen van positieve symptomen en het verminderen van terugval, maar hebben vaak ernstige bijwerkingen zoals bewegingsstoornissen en/of gewichtstoename, metabole stoornissen en gevolgen voor het cardiovasculaire systeem. Ongeveer 20% van de mensen die een eerste niet-affectieve psychotische episode doormaakt krijgt daarna nooit meer een psychose, waardoor deze groep niet langdurig antipsychotica nodig heeft.

De vijf behandelingsalternatieven zijn psychoanalytische psychotherapie, het Soteria-project,  de Open Dialogue-therapie, gemengde psychosociale interventies en Cognitieve GedragsTherapie bij psychose (CGTp). De psychoanalytische psychotherapie blijkt geen voordelen op te leveren en zou hoogstens samen met antipsychotica aangeboden kunnen worden. De kwaliteit van studies over het Soteria-project zijn van geringe kwaliteit. De in Finland ontwikkelde Open Dialogue-therapie is wel veelbelovend maar er zijn nog te weinig Randomized Controlled Trials (RCT's) over de effecten van deze interventie. Met betrekking tot CGTp zijn er vijf redelijke recente RCT's die echter klein waren en daarnaast zijn de uitkomsten niet eenduidig.

Vooralsnog is er volgens de auteurs weinig hard bewijs voor de effectiviteit van psychologische interventies als alternatief voor antipsychotica bij mensen met een acute, niet-affectieve psychose.

Lees hier de samenvatting.

Jauhar et al. (2022). What is the evidence for antipsychotic medication and alternative psychosocial interventions for people with acute, non-affective psychosis? Lancet Psychiatry. 2022 Mar;9(3):253-260. Epub 2022 Feb 1.

Reacties

Anti spam controle *

We gebruiken CAPTCHA als controlemiddel om spam tegen te houden. Vink de checkbox aan om door te gaan. Mogelijk wordt er gevraagd om bepaalde afbeeldingen te selecteren.
Een momentje...

1  reacties

Mark van der Gaag 06-11-22 om 21:34

Jauhar heeft een persoonlijke opinie gepubliceerd en die wordt door Phrenos samengevat. Ik vind dat daar wat meer context bij vermeld had kunnen worden. Eerder heeft Jauhar et al. een negatieve meta-analyse over cognitieve gedragstherapie bij psychose gepubliceerd. Hij en zijn mede-auteurs McKenna, Laws en Lynch hebben door Sint en Piet daarvoor al twee keer slaag gekregen. Eerst was er het grote ‘Maudsley debate’ in 2014 waarbij Peter McKenna het moest opnemen tegen David Kingdon over de evidentie voor cognitieve gedragstherapie bij psychose gestreamd op het internet (https://www-bmj-com.vu-nl.idm.oclc.org/content/348/bmj.g2295). De stemming van het publiek erna was dat de kritiek op de evidentie niet terecht was en dat Kingdon het debat in het voordeel van cognitieve gedragstherapie gewonnen had. Een aantal positieve studies waren namelijk niet geïncludeerd en een aantal negatieve studies die niet over de primaire uitkomst positieve symptomen gingen waren wel geïncludeerd. De tweede keer was dat naar aanleiding  van de meta-analyse van Bighelli et al. in 2018 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30192101. Bighelli et al. vonden dat het effect van cognitieve gedragstherapie bij psychose positief was, ook bij blinde studies. Een gezamenlijke publicatie toont dat Bighelli e.e. 27 trials met cognitieve gedragstherapie bij psychose includeerden en dat Mckenna en Jauhar slechts 14 van deze trials includeerden en nog eens 19 trials die andere primaire uitkomsten hadden (doi:10.1002/wps.20636).

 

Meta-analyse heeft een achilleshiel. De uitkomsten zijn afhankelijk van de selectie van studies. Je kunt daarmee de wetenschappelijke integriteit een voetje lichten. Jauhar, McKenna, Laws en Lynch maken zich meerdere malen schuldig aan het verdoezelen van de effecten van cognitieve gedragstherapie bij psychose door vreemde selectiecriteria. Door het steeds weer melden van onjuiste feiten zaaiden zij verwarring en wakkerden zij polarisatie aan rond de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie bij psychose.

 

Tot zover de achtergrond van de auteur Jauhar. Deze besproken studie gaat over het effect bij acute patiënten. Daar zijn weinig studies over, dus de verschillen zullen nog geen statistische significantie opleveren. Deze opinie is bekritiseerd door Horowitz et al. in de Lancet (https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35717959). De kritiek op deze opinie was dat Jauhar en Lawrie veel studies includeerden die gefinancierd zijn door de farmaceutische industrie en dus waarschijnlijk gebiased zij. Zij vermelden niet de bijwerkingen en de sociale beperkingen als gevolg van antipsychotische medicatie. Ook vermelden zij niet de studie die vindt dat antipsychotische medicatie half zo effectief is als cognitieve gedragstherapie op positieve symptomen bij 6 maanden (Lancet Psychiatry 2020; 7: 788–800) en ook niet de studie van Francey et al. (2020) die vonden dat antipsychotische medicatie niet beter was dan placebo op het sociaal functioneren als uitkomst (Schizophrenia Bulletin Open 2020; 1: sgaa015). Horowitz spreekt van een ongebalanceerde opinie.

 

Stefan Leucht staat bekend als de beste mate-analist van deze tijd. Zijn meta-analyse over anti-psychotische medicatie laat zien de AP medicatie een minimale response heeft van 20% of meer symptoomafname bij 51% van de populatie en een goede response heeft van 50% of meer symptoomafname bij 23% van de populatie (doi: 10.1176/appi.ajp.2017.16121358). Zijn meta-analyse met Bighelli et al. over de affecten van cognitieve gedragstherapie laten identieke effecten zien (doi: 10.1186/s12888-018-1964-8). Cognitieve gedragstherapie heeft een minimale response heeft van 20% of meer symptoomafname bij 53% van de populatie en een goede response heeft van 50% of meer symptoomafname bij 25% van de populatie. Dat betekent dat behandeling met AP een halve behandeling is en dat AP plus cognitieve gedragstherapie de resultaten verdubbelt.

 

Phrenos doet haar best de mensen in de psychosezorg goed te informeren, maar de samenvatting van publicaties zou voorzien moeten worden van context, opmerkingen over de kwaliteit van het onderzoek, de betekenis voor het klinische veld en meer. Deze kritiekloze van samenvatting van onderzoek voldoet daar niet aan. Voor wie goed geïnformeerd wil worden, kan zich beter gratis inschrijven voor de nieuwsbrief van Gedachten Uitpluizen op www.gedachtenuitpluizen.nl. Deze goed geïnformeerde redactie zorg voor een maandelijkse nieuwsbrief over net online gepubliceerde artikelen over cognitieve gedragstherapie, psychose en aanverwante zaken.

 

Oegstgeest, 6 november 2022

Mark van der Gaag

Emeritus hoogleraar klinische psychologie

Vrije Universiteit Amsterdam

Cookie-instellingen