In deze Amerikaanse studie werd zelfstigma vergeleken bij een groep die de afgelopen 5 jaar de diagnose psychotische stoornis had gekregen en een groep ambulante patiënten die al langer dan 5 jaar die diagnose had. Er werden drie domeinen gemeten: onderschrijven van stereotypen, ervaringen met discriminatie en sociaal terugtrekgedrag. Daarnaast werden gemeten de psychiatrische symptomen (positieve, negatieve, cognitieve, depressieve) en het sociale functioneren.
Het bleek dat zelfstigma bij de ‘latere fase psychose’-groep significant groter was dan bij de ‘vroege psychose’ groep. In beide groepen was zelfstigma negatief gerelateerd met sociaal functioneren en positief met het voorkomen van symptomen. Opmerkelijk was dat het verband tussen cognitieve symptomen en zelfstigma in de ‘vroege psychose’-groep veel groter was dan in de ‘latere fase psychose’-groep. Conclusies: zelfstigma zou als belangrijke variabele in modellen opgenomen moeten worden en behandeling van zelfstigma zou al in de eerste fase van een psychose-interventie moeten plaatsvinden.
Lees hier de samenvatting.
Firmin RL, Lysaker PH, Luther L, Yanos PT, Leonhardt B, Breier A, Vohs JL. (2019). Internalized stigma in adults with early phase versus prolonged psychosis. Early Interv Psychiatry. Aug;13(4):745-751.