Een Italiaans onderzoek (Tomassi et al) concludeerde dat sommige traumatische ervaringen uit de kindertijd vaker leiden tot affectieve psychoses en middelengebruik. Het percentage affectieve psychoses was bij de getraumatiseerden en de niet-getraumatiseerden gelijk, maar dat veranderde indien er sprake was van ernstig seksueel misbruik. Die groep had ook significant vaker cannabis of heroïne gebruikt.
In een Engelse studie (Crush et al) werd onderzocht welke factoren eraan bijdragen dat iemand met meervoudige jeugdtrauma’s (poly-slachtoffer) psychoses ontwikkelt. Daarbij werd gekeken naar individuele-, gezins- en maatschappelijke protectieve factoren.
Getraumatiseerde kinderen ontwikkelden minder psychotische symptomen bij een relatief hoog IQ, een meer positieve sfeer in het gezin en een hoger niveau van sociale cohesie in de buurt waar de ze opgroeiden. Het deel dat geen psychotische symptomen ontwikkelde, ontwikkelde wel veel vaker andere psychische problemen (gedragsstoornis, depressie, angststoornis) dan de kinderen die geen poly-slachtoffer waren.
Lees de uitgebreide samenvattingen hier (Tomassi et al) en hier (Crush et al).
Tomassi S, Tosato S, Mondelli V, Faravelli C, Lasalvia A, Fioravanti G, Bonetto C, Fioritti A + GET UP Group. (2017). Influence of childhood trauma on diagnosis and substance use in first-episode psychosis. Br J Psychiatry. 211(3):151-156.
Crush E, Arseneault L, Jaffee SR, Danese A, Fisher HL. (2017). Protective Factors for Psychotic Symptoms Among Poly-victimized Children. Schizophr Bull. Aug 31.